Unit 6 Lesson 1 Word Order

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

English

Planning aankomende periode

- Unit 6 (kleine toets)

- Leesvaardigheid (in de toetsweek)

Check today's lesson aims

Ik ken de regels van de woordvolgorde in Engelse zinnen.

1. 0 - 25%
2. 25 - 50%
3. 50 - 75%
4. 75 - 100%

Word Order

Word order

Een tekst kan uit 5 onderdelen bestaan. Zet deze in de juiste volgorde

Wie

Doet

Wat

Waar 

Wanneer

Basisregel

Wie doet wat waar wanneer?

dus

Plaats voor Tijd

Put in the correct order

John

likes

eating hamburgers

at McDonalds 

on Saturday

Frequency = hoe vaak

Vóór het werkwoord

I never  go to bed before 10 o'clock

She often tells me she loves me

Let op! Bij een vorm van 'to be' ná het werkwoord

I am always late

They are usually very happy!

Manner = op welke manier

Achteraan in de zin

That old man drives slowly

We have to leave the building quickly

Degree = in welke mate

Vóór het bijv. naamwoord / bijwoord waar het iets over zegt

She is very annoying

They look quite nice

Oefenen

Oefening 1

Oefening 2

Oefening 3

Huiswerk

Maken All Right

- 6.5 exercises 1,2,3,8,9,10 

Leren 

- studybox 6.2, 6.3, 6.4, 6.5 

create.kahoot.it