Open je laptop en ga naar www.lessonup.app/code en log in met je eigen naam.
Je bent stil zodra de docent de les begint.
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 3
Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Betoog: argumenten en drogredenen
Mobiel gaat in de telefoontas.
Open je laptop en ga naar www.lessonup.app/code en log in met je eigen naam.
Je bent stil zodra de docent de les begint.
Slide 1 - Diapositive
Planning
Start
Voorkennis activeren
Drogredenen: instructie + opdracht
Soorten argumenten: instructie + opdracht
Evaluatie lesdoelen
Slide 2 - Diapositive
Lesdoelen: betoog schrijven
Je weet wat drogredenen zijn en kunt er enkele herkennen.
Je kent het verschil tussen feitelijke en waarderende argumenten en je kunt deze gebruiken.
Je kent het doel van een betoog.
Slide 3 - Diapositive
Wat weet je van studentenverenigingen?
Slide 4 - Carte mentale
Slide 5 - Vidéo
"Studentenvereniging Vindicat moet verboden worden." Geef aan of je het ermee eens of oneens bent en leg uit waarom.
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Vidéo
Welke drogreden gebruik jij wel eens?
Slide 8 - Carte mentale
Slide 9 - Diapositive
De stelling is: "Studentenverenigingen als Vindicat moeten verboden worden." Typ eerst "eens" of "oneens". Geef daarna een drogreden als argument.
Slide 10 - Question ouverte
Soorten argumenten
Feitelijke argumenten; het is een feit, het is gewoon zo.
Waarderende argumenten; jij vindt dit persoonlijk, een ander kan iets anders vinden.
Slide 11 - Diapositive
"Ik vind dat studentenverenigingen verboden moeten worden, want niemand zou zich bloot moeten stellen aan de beschamende activiteiten van een ontgroening."
A
feitelijk argument
B
waarderend argument
Slide 12 - Quiz
"Ik vind Parijs een mooie stad, want er zijn veel oude gebouwen."
A
feitelijk argument
B
waarderend argument
Slide 13 - Quiz
"Ik vind Parijs een mooie stad, want de geschiedenis van de stad is erg interessant."
A
feitelijk argument
B
waarderend argument
Slide 14 - Quiz
Wat is het schrijfdoel van een betoog?
A
informeren
B
opiniëren
C
overtuigen
D
amuseren
Slide 15 - Quiz
Welke lesdoelen heb jij deze les behaald?
Je kunt meerdere kiezen.
A
Ik weet wat drogredenen zijn en ik kan er enkele herkennen
B
Ik snap het verschil tussen waarderende en feitelijke argumenten
C
Ik kan zelf waarderende en feitelijke argumenten gebruiken
D
Ik weet waar een goed betoog aan moet voldoen qua vorm