4.2 Hoe ontstond de industrie? Les 2
1 / 34
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat betekent "Industriële Revolutie"?
A
verandering in de manier van denken
B
verandering van manier om met werknemers om te gaan
C
verandering van de manier van produceren
D
grote verandering in korte tijd
Slide 2 - Quiz
Slide 3 - Diapositive
Watermolens gebruiken stromend water, molenaars en zeilers, gebruiken de wind. Water en wind zijn....
A
Energiebronnen
B
Industriële revolutie
C
Werkgevers
D
Stoommachines
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Maar: bestonden deze windmolens in 1800 al?
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quiz
Van welke kracht maakten mensen géén gebruik?
A
paardenkracht
B
waterkracht
C
spierkracht
D
stroom
Slide 8 - Quiz
Het thuis maken van goederen bestemd voor de verkoop door ambachtslieden of boeren is.....
A
industrie
B
concurrentie
C
fabrieksproductie
D
huisnijverheid
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
De grote verandering waarbij veel mensen in fabrieken gaan werken noem je......
A
industriesector
B
industriële revolutie
C
agrarische sector
D
industrie
Slide 11 - Quiz
Wat is de belangrijkste uitvinding van de revolutie?
A
Stoommachine
B
Ploeg
C
Straatverlichting
D
dienstensector
Slide 12 - Quiz
In welke beroepen begon de Industriele revolutie?
A
Handel en Nijverheid
B
Handel en Landbouw
C
Landbouw en textiel
D
Textiel en handel
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Lien
Waarom werden er fabrieken gebouwd?
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Diapositive
Een werkgever is zijn eigen baas
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quiz
Een persoon of bedrijf met één of meer personen in dienst (baas) is een.....
A
werknemer
B
fabriek
C
industrie
D
werkgever
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Vidéo
De industriële revolutie vindt plaat in de tijd van de ijzeren eeuw
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quiz
De fabriek gaat nooit dicht
A
Waar
B
Niet waar
Slide 25 - Quiz
Kinderarbeid moet verboden worden
Eens
Oneens
Slide 26 - Sondage
De positieve gevolgen van de industriële revolutie wogen op tegen de negatieve gevolgen
Eens
Oneens
Slide 27 - Sondage
Slide 28 - Diapositive
Hoe heette de wet waarin stond dat kinderen niet mochten werken?
A
De kinderwet van Roosendaal
B
De wet tegen kinderarbeid
C
De kinderwet van Houten
D
Napoleon Bonaparte
Slide 29 - Quiz
Wanneer kwam de kinderwet van Houten?
A
1874
B
1800
C
1900
D
276
Slide 30 - Quiz
Zou jij in de 19e eeuw willen leven? In de tijd van zoveel uitvindingen
😒🙁😐🙂😃
