organisatie managen

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

planning

opening

organisatie en managen

klassikaal oefenen

vragen?

afsluiten

Leerdoelen 

Je weet :

• wat organisatie is
  
• welke soorten organisaties er zijn
  
• wat er komt kijken bij het managen van een organisatie
  
• wat een organigram is

Soorten organisaties

• Commerciële organisaties, doel: winst maken
• Niet-commerciële organisaties: ander doel dan winst. 
• Voorbeelden niet commercieel: vereniging (met leden), stichting (zonder leden). Beide zijn rechtspersonen.

Soorten niet-commerciële organisaties

Twee veelvoorkomende zijn:

1. een vereniging; organisatie mét leden. De leden betalen contributie en kiezen een bestuur
2. een stichting; organisatie zonder leden. Het geld komt binnen door schenkingen of subsidies

Beide zijn rechtsvormen en het doel wordt vastgelegd in de statuten van de organisatie

Een commerciële organisatie
heeft als doel

1. hulpverlening en milieubescherming
2. milieu bescherming
3. maximale winst behalen
4. zo veel mogelijk mensen aan het werk te helpen

Een organisatie die geen winst maakt is...

1. niet-commercieel
2. commercieel

Een organisatie managen

Er zijn vijf belangrijke taken van een manager in een bedrijf:

1. beslissen over de doelstellingen
2. plannen hoe ze de doelstellingen gaan halen
3. controleren of de doelstellingen worden gehaald
4. organiseren van het werk
5. leiding geven over de werknemers

Wat een manager doet

• Doelen stellen
• Plannen
• Controleren
• Organiseren
• Leiding geven 

De taken van een manager bestaan niet uit

1. beslissingen nemen
2. opdrachten uitvoeren
3. prestaties controleren
4. samenwerken

Vrachtwagenchauffeur

Logistiek manager

Vulploegleider

Vakkenvuller

Brandweercommandant

docent economie

Uitvoerend

Leidinggevende

Organogram (organisatieschema)

lijn-staforganisatie

We kennen bv een lijnorganisatie dan heeft iedere medewerker één baas boven zich.

Een staf is een afdeling die de algemeen directeur adviseert. het zijn onderstueners.

Wat is niet waar?

1. De manager verkoop is alleen een uitvoerende functie
2. De monteurs worden aangestuurd door de chef onderhoud
3. De directeur is een leidinggevende functie
4. De manager verkoop is zowel leidinggevend als uitvoeren

Stelling I: Een organogram geeft aan wie de leiding heeft en wie welke functie heeft in een bedrijf
Stelling II: Een lijnfunctie is een ondersteunende functie in de organisatie

Leerdoel 25

1. Stelling I is juist, stelling II is onjuist
2. Stelling I is onjuist, stelling II is juist
3. Stelling I en II zijn juist
4. Stelling I en II zijn onjuist

Een organigram wordt gebruikt om inzichtelijk te maken hoe een organisatie is georganiseerd

1. waar
2. niet waar

Welke taak heeft een manager?

1. Leidinggevend
2. Uitvoerend

Wie staat er bovenaan in het organigram?

1. Schoonmaker
2. Directeur
3. Manager
4. Verkoper

Directie 1

Directie 2

Hoofd A

Hoofd B

Staf

Lijn A

Lijn B

Rector

Onderwijs Assistent 2M

Administratie

Conrector

Teamleider VMBO

Teamleider HV

Docent HV

zelfstandig werken

opdrachten 

1 t/m 18 blz 99

afsluiten

organisatie 

managen

organogram