Unit 3 lesson 1

Vak: Engels
Hoofdstuk: Unit 3 Lesson 1
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Vak: Engels
Hoofdstuk: Unit 3 Lesson 1
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Diapositive

1. Lesopening
- Pak je Engels boek, maar hou deze nog even dicht.
- Pak je ipad en ga naar lesson up.

Slide 2 - Diapositive

2. Lesdoel + Leergebiedoverstijgend doel
Lesdoel:
- Aan het einde van de les kun je communicatie gebruiken voor verschillende doelen.
- Je kunt een brief of e-mail begrijpen en hier specifieke informatie uit halen.
- Je oefent met de grammatica van: Tags, My/mine en to be going to. 

Slide 3 - Diapositive

3. Mini-check

Slide 4 - Diapositive

Wat is een 'tag'?
A
Een kort vraagje aan het einde van een zin
B
Overbodige informatie uit een zin
C
Het onderwerp in een zin

Slide 5 - Quiz

You're my friend,
A
are you?
B
isn't he?
C
aren't you?
D
aren't I?

Slide 6 - Quiz

She's not sad,
A
are you?
B
isn't she?
C
aren't you?
D
is she?

Slide 7 - Quiz

my, mine, of mine, etc...

That book is ...
A
my
B
mine
C
of mine

Slide 8 - Quiz

This laptop is mine/my.
A
mine
B
my

Slide 9 - Quiz

My, mine of mine

He's a friend
A
my
B
mine
C
of mine

Slide 10 - Quiz

Jamie ......... help him. (to be going to)

Slide 11 - Question ouverte

4. Instructie

Slide 12 - Diapositive

Question Tags
Hoe maak je een question tag? 
 
Na een bevestigende zin (+) is de tag ontkennend (-) 
Na een ontkennende zin (-) is de tag bevestigend (+)

Slide 13 - Diapositive

Question Tags
Voorbeelden: 
He is a teacher at this school, isn't he? 
(Zin voor de komma = + dus na de komma = - ) 
 
They can't speak Dutch, can they? 
(zin voor de komma = - dus na de komma = + )

Slide 14 - Diapositive

Question tags
Als je een question tag wilt maken moet je werkwoorden uit het eerste deel van de zin herhalen.  
Dit zijn de vormen van het werkwoord to be (am/is/are) of hulpwerkwoorden (can, have, Should, could, would) 
Als deze woorden niet in het eerste gedeelte staan moet je do/does of did gebruiken in de question tag. 
(do/does = tegenwoordige tijd en did = verleden tijd)

Slide 15 - Diapositive

Question Tags
Voorbeelden 
They are working hard, aren't they?  
You can speak English, can't you? 
We need to study this for the test, don't we?  
They work together, don't they? 
She sings in that pop group, doesn't she? 
He doesn't go to school every day, does he?

Slide 16 - Diapositive

Question Tags: Samenvatting
Na een bevestigende zin (+) is de tag ontkennend (-)  
Na een ontkennende zin (-) is de tag bevestigend (+) 
Je herhaalt de vorm van het werkwoord to be (am/is/are) of hulpww (can, have, Should, could, would).  
Geen hulpww dan do/don't, does/doesn't of did/didn't.
Je herhaalt het onderwerp. Soms moet je dit vervangen door  
he, she, it, we, you, they. 

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

5. Begeleid inoefenen
Bespreek samen hoe je de leesteksten aanpakt (blz. 90) en bespreek wat voor tekstsoorten het zijn.

Bekijk daarna samen de opdrachten van lesson 1. 

Slide 19 - Diapositive

6. Zelfstandig werken
Maak opdracht 1 t/m 10 op blz. 89 t/m 96

Slide 20 - Diapositive

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Heb je nog vragen of loop je nog ergens tegen aan?

Slide 21 - Diapositive

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Lukt het je om vragen die woorden gesteld uit een tekst te halen?
Heb je nog ergens hulp bij nodig?

Slide 22 - Diapositive