Herhaling Elektriciteit

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2,3

56 mA is gelijk aan

1. 0,056 A
2. 0,56 A
3. 5,6 A
4. 560 A

91 V is gelijk aan

1. 9,1 mV
2. 91 mV
3. 91000 mV
4. 0,091 mV

De eenheid van stroomsterkte is...

1. Volt
2. Ampère
3. Coulomb
4. Ohm

Het symbool voor spanning is

1. U
2. V
3. R
4. A

Hoe groot is de spanning die door deze batterijen worden geleverd? (1,5 V per batterij). Goed kijken!!!!!

1. 0V
2. 1,5V
3. 3V
4. 6V

Met welk apparaat kun je de spanning verhogen of verlagen?

1. een spanningsmeter
2. een batterij
3. een LED
4. een transformator

Lees de stroommeter af

1. 2,8 A
2. 0,28 A
3. 0,028 A

Lees de spanningsmeter af

1. 4 V
2. 8 V
3. 0,8 V

Een geleider is een stof waarin de elektronen niet vrij kunnen bewegen.

1. WAAR
2. NIET WAAR

Wat is het symbool voor een spanningsmeter?

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat betekent
dit symbool?

1. bel
2. open schakelaar
3. gesloten schakelaar
4. stopcontact

Hoe heet deze soort schakeling?

1. serieschakeling
2. parallelschakeling
3. gemengde schakeling
4. iets anders

Deze schakeling is een .....

1. serieschakeling
2. parallelschakeling
3. gemengde schakeling
4. zowel serieschakeling en parallelschakeling

Wat voor soort schakeling
zie je hiernaast?

1. serieschakeling
2. parallelschakeling
3. gemengde schakeling
4. iets anders

Welke soort schakeling
zie je hier?

1. serieschakeling
2. parallelschakeling
3. gemengde schakeling
4. iets anders

Hoe schakel je een ampèremeter?

1. in serie
2. parallel

Je ziet een schakelschema
met een batterij, twee lampjes
en een schakelaar.

Welk lampje brandt?

1. alleen lampje 1
2. alleen lampje 2
3. beide lampjes
4. geen enkel lampje

Wat gebeurt er
als je de schakelaar
sluit?

1. lampje A en B gaan branden
2. er gebeurt niks: de lampjes blijven branden
3. lampje A en B gaan uit
4. je maakt dan kortsluiting

Ik begrijp dit onderwerp....

😒🙁😐🙂😃

Welke onderwerpen van
elektriciteit
vind je nog moeilijk?