Nederlands toetsweek klas 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Nederlands toetsweek klas 2

door: Sophie, Zouhair en Jasper

Grammatica

Wat is geen aanw. vnw.?

1. dit
2. deze
3. dat
4. daarom

Noem alle koppelwerkwoorden

''Ik liep door de stad, want ik wilde een vis kopen.''
Wat voor een voegwoord staat in deze zin?

1. nevenschikkend vw.
2. onderschikkend vw.

Waar bestaat een naamwoordelijk gezegde uit?

1. werkwoordelijkdeel+ naamwoordelijkdeel
2. Alle ww in de zin
3. alle ww+alle naamwoorden
4. alle ww+onderwerp

Hoe vind je het onderwerp?

1. Waarom+pv+gezegde?
2. Wie of wat+gezegde?
3. Wanneer of hoe+gezegde?
4. Wat+pv?

"Ik loop richting hem, als ik daar zin in heb."
Wat voor bijzin staat er in deze zin?

1. o-zin
2. lv-zin
3. bwb-zin
4. mv-zin

"Dat ik ga leren, lijkt mij zeer onwaarschijnlijk."
Wat voor bijzin staat er in deze zin?

1. bwb-zin
2. o-zin
3. lv-zin
4. nd-zin

Woordenschat

bakermat

fraude

esthetiek

plaats van oorsprong

bedrog

schoonheidsleer; theorie van schone kunsten