VOLGENDE LES

VOLGENDE LES

QUIZLET

OBJETIVOS (DOELEN)

Je  kunt vertellen in korte zinnen hoe jouw routine eruit ziet en wat je in een week doet.

SUCCESCRITERIA

• Je kent de structuur van de

regelmatige  en wederkerende werkwoorden.

• Je kent minimaal 5 onregelmatige werkwoorden en 3 onregelmatige wederkerende werkwoorden.

OBJETIVOS (DOELEN)

Je kunt  in Spaans vertellen wat in de week doet.

SUCCESCRITERIA

Je kent de structuur van de
regelmatige werkwoorden.

Je kent minimaal 3 onregelmatige werkwoorden.

Je weet wat een wederkerende werkwoord is.

TUSSENTAAK

ESCRIBE EN ESPAÑOL LAS SIGUIENTES FRASES:

IK GA OM 23.00 NAAR BED.

NORMAAL GESPROKEN ONTBIJT IK OM 7.30.

IK GA NAAR SCHOOL MET DE METRO.

WIJ DINNEREN ROND 18.30.

QUIZLET

PRÓXIMA CLASE

ONDERSTREEP ALLE WERWOORDEN EN SCHRIJF DE INFINITIEF (HET NAAM VAN HET HELE WERKWOORD)

C.E. PG 30 EJ. 6

TAREA PARA CASA

HAZ DE LAS FOTOCOPIAS LOS EJERCICIOS 1, 2, 3, 4  (PAG 5-6)

TUSSENTAAK

¿CÓMO SE DICEN EN ESPAÑOL?

1. WAT?
2. WAAR?
3. WANNEER?
4. HOEVEEL?
5. WAAROM?
6. WIE?
7. WELKE/WAT?

¡A PRACTICAR!

estoy, me visto, empiezan,

vuelvo, tengo, prefiero, hago, escucho

me ducho..

desayuno...

mis clases empiezan...

los lunes y los miércoles juego...

vuelvo a casa...

hago los deberes...

ceno...

me acuesto...