HAG1 introductie leesvaardigheid

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

1. Ga rustig zitten
   
2. MacBook gesloten op tafel
3. Wacht rustig tot ik start

Bedenk begrippen die met leesvaardigheid te maken hebben

Ik maak aantekeningen in een tekst

1. ja, altijd
2. vaak
3. bijna nooit
4. nooit

De betekenis van een lastig woord in een tekst, achterhaal ik door...

Lesdoelen

Taaldoelen:

Ik maak aantekeningen tijdens het lezen.

Ik praat met klasgenoten over de informatie die ik heb gelezen.

Leesdoelen:

Ik leer over de achtergronden van de zomer- en wintertijd. 

Ik leer om te gaan met moeilijke woorden in een tekst. 

Aantekeningen maken in de tekst

Doel = je tekstbegrip vergroten.

Opdracht 1

> Lees tekst 1 .

> Onderstreep de lastige woorden, noteer de woordbetekenis in de kantlijn. 

> Maak aantekeningen in de tekst volgens de theorie (zie je stencil).

Opdracht 2

>De docent doet het lezen voor.

> Doe goed mee.

> Pas dit straks zelf toe.

Opdracht 3

> Lees de tekst nog eens individueel.

> Maak aantekeningen op het A3-vel.

> Bespreek zodra het tijd is in je groep jullie aantekeningen.

> Maak 1 gezamenlijke aantekening in het midden.

Het maken van aantekeningen...

1. is goed gelukt
2. is redelijk gelukt
3. ik heb te weinig aangetekend
4. ik heb niets aangetekend

Het achterhalen van de woordbetekenissen is gelukt door...

1. soms terug/verder te lezen
2. dat ik een stuk van het woord herkende
3. het woordenboek te raadplegen
4. anders...

Opdracht 4

> Lees tekst 2.

> Onderstreep de lastige woorden, noteer de woordbetekenis in de kantlijn. 

> Maak aantekeningen in de tekst volgens de theorie.

Opdracht 5

>De docent doet het lezen voor.

> Doe goed mee.

> Pas dit straks zelf toe.

Opdracht 6

> Lees de tekst nog eens individueel.

> Maak aantekeningen voor jezelf op een A4 over je eigen mening.

> Vorm na het lezen een standpunt: ik ben voor of tegen het verzetten van de klok.

> Eerder klaar? Op It's vind je meer bronnen die met dit onderwerp te maken hebben waarmee je je standpunt kunt onderbouwen. 

laat elkaar uitpraten

luister naar elkaar

iedereen is gelijk

zeg: "ik vind ..."

zeg: "omdat, ..."

iedere mening is belangrijk

iedereen mag wat zeggen

Discussiëren
Hoe doe je dat?

Bespreken in tweetallen

> Zeg of je voor of tegen het verzetten van de klok bent.

> Vertel je klasgenoot waarom je die mening hebt.

>> Denk aan de punten uit 'Discussiëren hoe doe je dat?'.

 

Lesdoelen

Taaldoelen:

Ik maak aantekeningen tijdens het lezen.

Ik praat met klasgenoten over de informatie die ik heb gelezen.

Leesdoelen:

Ik leer over de achtergronden van de zomer- en wintertijd. 

Ik leer om te gaan met moeilijke woorden in een tekst. 

Ik heb iets anders/ nieuws geleerd over de zomer-/wintertijd

1. ja
2. nee

Ik ken de manieren waarop ik woordbetekenissen kan achterhalen.

1. Ja
2. nee
3. bijna allemaal

Ik weet nu hoe ik de volgende keer aantekeningen moet maken in de tekst.

1. Ja
2. Nee
3. Bijna