Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 1 Samenvatting de Gouden Eeuw
Slide 1 - Diapositive
Programma
5 min binnenkomen, absentie en opzet les
40 min lesson-up herhalen heel hst 1 leerdoel 1+2+3
5 min terugkoppeling
Slide 2 - Diapositive
Gouden Eeuw Welke eeuw was de Gouden Eeuw?
A
14e eeuw
B
15e eeuw
C
16e eeuw
D
17e eeuw
Slide 3 - Quiz
Goude Eeuw Hoe noemen we de Gouden Eeuw ook wel?
A
Tijd van Monniken en Ridders
B
Tijd van Steden en Staten
C
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
D
Tijd van Regenten en Vorsten
Slide 4 - Quiz
Waarom wordt de "Gouden Eeuw" de GOUDEN eeuw genoemd?
A
Doordat de Nederland erg veel verdiend hebben in deze eeuw.
B
In de kunst werd erg veel goud gebruikt.
C
Deze eeuw was Nederland leidend op veel gebieden. Bijvoorbeeld sport.
D
Het was een eeuw van grote voorspoed.
Slide 5 - Quiz
Leerdoel 1
Ik kan uitleggen hoe de VOC is ontstaan.
Ik kan uitleggen waar de letters VOC voor staan
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
De VOC
Het is gevaarlijk en duur om te handelen in Indie.
Handelaren gaan samenwerken in een compagnie.
Ze delen de winst en het verlies.
De compagnieen gaan concureren.
Ze maken minder winst.
Ze moeten van de Republiek samenwerken.
Dit woord de VOC en een succes!
Slide 10 - Diapositive
1
2
3
4
5
6
7
Het is gevaarlijk en duur om te handelen in Indie.
Ze delen in de winst, maar ook in het verlies als een schip vergaat.
Handelaren gaan samenwerken in een compagnie.
De compagnieen concureren met elkaar
Ze maken minder winst.
Ze moeten van de Republiek gaan samenwerken
De VOC wordt opgericht en wordt een groot succes!
Slide 11 - Question de remorquage
Terugkoppeling leerdoel 1
Ik kan uitleggen hoe de VOC is ontstaan.
Ik kan uitleggen waar de letters VOC voor staan
Slide 12 - Diapositive
Hoofdstuk 1 Gouden Handel
Slide 13 - Diapositive
Leerdoel 2
Ik kan uitleggen waarom de WIC is opgericht.
Ik kan uitleggen waar de letters WIC voor staan.
Ik kan uitleggen hoe ons land rijk werd in de 17e eeuw met de woorden: Amsterdam, Antwerpen, Schelde en handel.
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
Waarom werd de WIC opgericht? Welk antwoord hoort er niet bij?
A
De slavenhandel
B
De handel in specerijen
C
Om Spanje en Portugal te bestrijden.
D
Om meer land en macht te krijgen.
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Schrijf 2 taken op van de WIC
Slide 19 - Question ouverte
terugkoppeling leerdoel 2
Ik kan uitleggen waarom de WIC is opgericht.
Ik kan vertellen waar de letters WIC voor staan.
Ik kan uitleggen hoe ons land rijk werd in de 17e eeuw met de woorden: Amsterdam, Antwerpen, Schelde en handel.
Slide 20 - Diapositive
Ons land werd in de zeventiende eeuw enorm door de met Indië. De Republiek sloot de rivier de af. Geen schip kon meer bij de haven in komen. Hierdoor werd de belangrijkste haven.
rijk
handel
Schelde
Antwerpen
Amsterdam
Slide 21 - Question de remorquage
Leerdoel 3
Ik kan uitleggen hoe de Republiek werd bestuurd.
Ik kan hierbij de begrippen regent, stadhouder en Staten Generaal gebruiken.
Slide 22 - Diapositive
1.3 regenten en stadhouders
Slide 23 - Diapositive
Hoe wordt Nederland genoemd in de Gouden Eeuw?
A
Republiek der zeven verenigde Nederlanden
B
Koninkrijk der Nederlanden
C
Republiek der twaalf verenigde Nederlanden
D
Bataafse Republiek
Slide 24 - Quiz
Wie bestuurden in de Gouden Eeuw Nederland?
A
Burgers
B
Handelaren
C
ministers
D
regenten
Slide 25 - Quiz
Elk gewest wordt bestuurd door de staten. Alle staten samen overleggen in de Staten Generaal. De stadhouder is de baas van het leger en de regenten besturen de steden.
De Eerste en Tweede kamer heten samen de Staten Generaal. De Tweede Kamer controleert de regering. De provincies worden bestuurd door de Provinciale staten en de gemeentes door de burgermeester en wethouders.
De Republiek der 7 verenigde Nederlanden.
Nederland nu.
Slide 26 - Question de remorquage
terugkoppeling leerdoel 3
Ik kan uitleggen hoe de Republiek werd bestuurd.
Ik kan hierbij de begrippen regent, stadhouder en Staten Generaal gebruiken.