Les NW 4
1 / 31
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Waar of niet waar?
De urinebuis vertrekt uit de nier.
De urinebuis vertrekt uit de nier.
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quiz
Waar of niet waar?
De urine vertrekt uit de nier via de urineleider.
De urine vertrekt uit de nier via de urineleider.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quiz
Waar of niet waar?
De nier is een boonvormig, roze orgaan.
De nier is een boonvormig, roze orgaan.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quiz
Waar of niet waar?
De nier heeft inwendig grote delen.
Nierstam, niermerg, nierbekken.
De nier heeft inwendig grote delen.
Nierstam, niermerg, nierbekken.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quiz
Waar of niet waar?
Ter hoogte van de nierschors wordt het bloed een eerste keer gefilterd. Er wordt voorurine gemaakt.
Ter hoogte van de nierschors wordt het bloed een eerste keer gefilterd. Er wordt voorurine gemaakt.
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quiz
Waar of niet waar?
Als je onvoldoende drinkt wordt je urine lichter van kleur.
Als je onvoldoende drinkt wordt je urine lichter van kleur.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
De openingen in de huid noemen we...
(nr 1)
(nr 1)
A
luchtgaten
B
poriën
C
geen idee
Slide 22 - Quiz
Zweet wordt afgevoerd via ...
(nr 2)
(nr 2)
A
de afvoerbuis
B
het kanaal
C
geen idee
Slide 23 - Quiz
Bloed wordt aangevoerd naar de zweetklier. We spreken van... (nr 3)
A
afvoerend bloedvat
B
aanvoerend bloedvat
C
geen idee
Slide 24 - Quiz
Zweet wordt geproduceerd in...
(nr 4)
(nr 4)
A
de zweetklier
B
zweetzakje
C
geen idee
Slide 25 - Quiz
Bloed wordt afgevoerd na de zweetklier door...
(nr 5)
(nr 5)
A
het aanvoerend bloedvat
B
het afvoerend bloedvat
C
geen idee
