Nask 4kader 10.3 Katrollen en hefbomen

10.3 Katrollen en hefbomen
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

10.3 Katrollen en hefbomen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

10.3 Katrollen en hefbomen
Vandaag:
  • lesdoelen §10.3
  • instructie §10.3
  • Practicum
  • Maken opgave uit het boek 
  • Afsluiting les

 


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

§10.3 - Je leert
  • wat het nut is van katrollen en hoe katrollen werken
  • wanneer er evenwicht is bij voorwerpen die kunnen draaien, zoals een wip of slagboom.
  • hoe je met een hefboom een grote kracht uitoefent. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zwaartekracht en druk
Bedenk hoe het kan dat de
stenen toch met elkaar
in evenwicht zijn.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Katrollen en takels

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Katrollen en takels
  • Vaste katrol
  • Losse katrol
  • Takel

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vaste katrol

  • Een vaste katrol draait de kracht om. 
  • Je herkent een vaste katrol aan het feit dat hij 'VAST' zit.


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vaste katrol
  • De spierkracht is even groot als de werkkracht op de last.
  • De richting is van de spierkracht is tegengesteld.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vaste katrol
De drie krachten;
 - Fspier,  Fwerk en  Fzwaarte 
zijn even groot.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Losse katrol
  • Een losse katrol maakt ons sterker.
  • De last wordt verdeeld over het aantal touwen waaraan de last hangt.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Losse katrol
Om een kist met een gewicht van
250N over vier meter omhoog te
hijsen moet je 8 meter touw binnenhalen, maar je hebt maar half zo veel spierkracht nodig: 125 N

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Takels met meerdere katrollen

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Takels met meerdere katrollen
De krachtverhouding bij een takel vindt je door het 
aantal touwen tussen de vaste en losse katrol op te 
tellen. 

Het touw waar je aan trekt tel je niet mee.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Takels met meerdere katrollen
De last hangt nu aan twee touwen.
De zwaartekracht wordt nu verdeeld over de 
twee touwen en wordt de spankracht nu 
1200/2 = 600N per touw en hoef je nu ook 
maar 600N aan spierkracht te gebruiken.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Takel
Vaste katrol met losse katrol
er is minder kracht nodig om de last op te tillen en je oefent de kracht in tegengestelde richting uit. 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

In een takel zitten meerdere katrollen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit hoeveel losse katrollen bestaat deze takel
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een verhuizer gebruikt een vaste katrol om een last van 800 N omhoog te hijsen over een afstand
van 6 m.
Wat is het voordeel van zo'n vast katrol?
A
Dan hoeft hij maar met 400 N aan het touw te trekken.
B
Dan hoeft hij minder arbeid te verrichten
C
Het is gemakkelijker om het touw naar beneden te trekken dan de kist omhoog.
D
Hij hoeft dan maar 3m touw in te halen.

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een hefboom?

Slide 21 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hefbomen
1
2

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Enkele hefbomen
Dubbele hefbomen

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hefbomen
Simulatie

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een hefboom?
A
Krachtverkleiner
B
Krachtversterker

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is deze hefboom in evenwicht?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De hefboom...
A
kantelt links naar beneden.
B
is in evenwicht.
C
kantelt rechts naar beneden.

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke plek hoef je de
minste kracht uit te oefenen
om de steen omhoog te krijgen?
A
plek 1
B
plek 2
C
plek 3
D
maakt niets uit

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar zit hier het draaipunt? 
En de werkkracht? 
En de spierkracht?
Spierkracht Fspier
Werkkracht Fwerk

Slide 31 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar zit hier het draaipunt? 
En de werkkracht? 
En de spierkracht?
Spierkracht Fspier
Werkkracht Fwerk

Slide 33 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

spierkracht
werkkracht
arm Lspier

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soms wil je kracht verkleinen
Waar zit hier het draaipunt?  
En de werkkracht?  
En de spierkracht?
Werkkracht Fwerk
Spierkracht Fspier

Slide 35 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

arm Lspier
arm Lwerk
Werkkracht Fwerk
Spierkracht Fspier

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De arm
De 'arm' van de kracht is de afstand tussen de kracht en het draaipunt

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De arm
'De arm van de kracht is de kortste afstand van het draaipunt tot de 'werklijn' van de kracht'
werklijn

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De arm Lspier is 20 cm.
De arm Lwerk is 4 cm
Hoeveel keer groter is Lspier?
A
80
B
5
C
4
D
24

Slide 39 - Quiz

Lspier / Lwerk = 20 / 4 = 5x
Een hefboom heeft een punt waar de hefboom om kan draaien.
Hoe heet dat punt?

A
het middelpunt
B
het draaipunt

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Lezen §10.3 uit je boek

Maak de A- opgaven;





Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al???

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

§10.3 - Je leert
  • wat het nut is van katrollen en hoe katrollen werken
  • wanneer er evenwicht is bij voorwerpen die kunnen draaien, zoals een wip of slagboom.
  • hoe je met een hefboom een grote kracht uitoefent. 

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ja, dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 44 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Momentwet
Is er evenwicht? Dan moment links = moment rechts
M links = M rechts
kracht links x arm links = kracht rechts x arm rechts

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions