Bezittelijk voornaamwoorden

BIENVENIDOS
Lesdoel:
Leren
de Bezittelijke voornaamwoorden
enkelvoud en meervoud

(Los pronombres posesivos)
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

BIENVENIDOS
Lesdoel:
Leren
de Bezittelijke voornaamwoorden
enkelvoud en meervoud

(Los pronombres posesivos)

Slide 1 - Diapositive

Wat is een bezittelijk voornaamwoord?

Slide 2 - Carte mentale

Bezittelijk voornaamwoord
Wat is een bezittelijk vnw in het Nederlands?

Dit is een woord wat een bezit aangeeft.
Zoals: mijn, jouw, onze, etc

Slide 3 - Diapositive

Bezittelijk vnw.
mijn
jouw
zijn/haar/uw
ons/onze
jullie
hun/uw
mi
tu
su
nuestro
vuestro
su
mi
tu
su
nuestra
vuestra
su
mis
tus
sus
nuestros
vuestros
sus
mis
tus
sus
nuestras
vuestras
sus
enkelvoud                  meervoud

Slide 4 - Diapositive

Bezittelijk vnw.
  • Het bezittelijk vnw. richt zich in het Spaans op het bezit en niet naar de bezitter zoals in het Nederlands. 
  • Is het bezit meervoud, dan wordt het bezittelijk vnw. ook meervoud --> mis/sus/nuestros
  • Bij nuestro/vuestro heb je ook nog een vrouwelijke vorm
    --> nuestra/vuestra. 

Slide 5 - Diapositive

voorbeelden:
Kijk dus naar het woord wat erachter staat! Is dit mannelijk of vrouwelijk / enkelvoud of meervoud? 
Dan pas je het bezittelijk vnm. daarop aan

  • mi casa                         =   mijn huis
  • tus libros                      =   jouw boeken
  • nuestra profesora        =   onze lerares
  • sus amigos                   =   zijn/haar vrienden

Slide 6 - Diapositive

Hoe zeg je in het Spaans:
jouw huis?

Slide 7 - Question ouverte

Hoe zeg je in het Spaans:
mijn vader?

Slide 8 - Question ouverte

Hoe zeg je in het Spaans:
haar zussen?

Slide 9 - Question ouverte

Hoe zeg je in het Spaans:
onze opa&oma

Slide 10 - Question ouverte

Hoe zeg je in het Spaans:
hun neef (oom/tante)

Slide 11 - Question ouverte

Hoe zeg je in het Spaans:
jullie nichtjes (neven & nichten)

Slide 12 - Question ouverte

Hoe zeg je in het Spaans:
jouw boeken

Slide 13 - Question ouverte

Hoe zeg je in het Spaans:
hun juffrouw

Slide 14 - Question ouverte

Sleep de Nederlandse bezittelijke voornaamwoorden naar de juiste Spaanse bijbehorende posesivos
mi(s)
vuestro/a/os/as
su(s)
tu(s)
nuestro/
a/os/as
mijn
uw
jouw
hun
zijn
jullie
haar
ons/onze

Slide 15 - Question de remorquage

Vertaal het bezittelijke voornaamwoord naar het Spaans: (onze) _____ bicicleta es roja.

Slide 16 - Question ouverte

bezittelijk voornaamwoord
(Haar)______ hermanas tienen 19 años.

Slide 17 - Question ouverte

BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD
Mi/mis padres están en casa

Slide 18 - Question ouverte

Vertaal het bezittelijke voornaamwoord naar het Spaans: (jouw) _____ libro es rojo.

Slide 19 - Question ouverte

Vertaal het bezittelijke voornaamwoord naar het Spaans: (mijn) _____ libros son rojos.

Slide 20 - Question ouverte