afronden 2.6 + UL 2.7 (2mavo)

Planning
  1. inhalers inplannen (Yüsra)
  2. nakijken 2.6 - opdracht 1 t/m 8
  3. leerdoelen 2.7
  4. uitleg 2.7
  5. huiswerk en proefwerk opgeven
  6. aan de slag met opdrachten 2.7
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Planning
  1. inhalers inplannen (Yüsra)
  2. nakijken 2.6 - opdracht 1 t/m 8
  3. leerdoelen 2.7
  4. uitleg 2.7
  5. huiswerk en proefwerk opgeven
  6. aan de slag met opdrachten 2.7

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

open je werkboek op blz. 119

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

online nakijken aanzetten en zelf nakijken
 2.6 - opdracht 1 t/m 8

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

log in op deze lessonup

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

afronden Leerdoelen 2.6
  1. Aan het einde van de les kan ik van enkele voorbehoedsmiddelen beschrijven en aangeven of ze betrouwbaar zijn of niet.
  2. Aan het einde van deze les kan ik ziekteverschijnselen en genezingsmogelijkheden noemen van seksueel overdraagbare aandoeningen. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een SOA?
A
Seksueel overdraagbare acties
B
een vorm van griep
C
seksueel overdraagbare aandoening
D
een vorm van verkoudheid

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe voorkom je een SOA?
A
Anticonceptiepil slikken
B
Goed wassen na de seks
C
Antibiotica slikken
D
Condoom gebruiken

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Syfilis is een heel ernstige SOA. Deze SOA komt ..... voor in Nederland
A
Veel
B
Weinig
C
Niet

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke soa wordt/welke soa's worden veroorzaakt door een virus?
A
Chlamydia
B
Aids
C
Herpes genitalis
D
Genitale wratten

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Chlamydia is een SOA. Deze SOA komt ..... voor in Nederland
A
Veel
B
Weinig
C
Niet

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je een SOA hebt, heb je altijd klachten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kun je onvruchtbaar worden door een SOA?
A
Nee, dat kan niet
B
Ja, van chlamydia kun je onvruchtbaar worden

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je kan een SOAkrijgen door een vieze toiletbril.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Een soa-test
A
kost jou geen geld
B
kost nogal wat geld
C
kun je bij de drogist halen
D
kun je kopen bij de supermarkt

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nuva-ring
Periodieke onthouding
Anticonceptiepil
Spiraaltje
Condoom
Prikpil
Hormoonpleister
Vrouwencondoom

Slide 15 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Onbetrouwbare methoden
Beschermd tegen:
SOA's & Zwangerschap
Beschermd tegen:
Zwangerschap & NIET tegen SOA´s
Condoom
De pil
Een spiraaltje
Vrouwen condoom
Coïtus interruptus 
Periodieke onthouding

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

BARRIERE METHODE
HORMONALE METHODE
PERMANENTE METHODE
ONBETROUW-
BARE METHODE
CONDOOM
voorkomt ovulatie
STERILISATIE
voorkomt dat de zaadcel de eicel kan bereiken 
(PRIK)PIL
voorkomt dat de zaadcel de eicel kan bereiken 
NUVARING
SPIRAALTJE
COITUS INTERRUPTUS
PERIODIEKE ONTHOUDING

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Van masturberen kan je geen SOA krijgen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Log uit op deze lessonup
sluit ook je chromebook

Iemand nog vragen over 2.6?
timer
0:30

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 2.7
Aan het einde van de les kan ik functies van seksualiteit noemen en verschillen in opvatting, normen en waarden daarover omschrijven. 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Seksueel Gedrag
Onder seksueel gedrag vallen alle vormen van seksueel contact, alleen of met een partner.

Voorbeelden van seksueel gedrag met een partner zijn knuffelen, zoenen en geslachtsgemeenschap. 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Intimiteit
Mensen hebben verschillende redenen om met iemand te vrijen. 

In een relatie hebben mensen vaak seks, omdat ze het fijn vinden en graag intimiteit willen.

Tijdens het hebben van seks komen er hormonen 
vrij in je lichaam die zorgen voor een ontspannen 
en fijn gevoel. 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voortplanting
Voortplanting is het proces waarbij nieuwe individuen van dezelfde soort worden geproduceerd;

oftewel; een reden als je graag een kind samen wilt. 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lustbeleving
Seksualiteit geeft mensen ook plezier, het windt mensen op. 
Je spreek dan van lustbeleving.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Manieren om seks te hebben

  • Zelfbevrediging
  • Seks met een ander

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

masturbatie 
Masturbatie is het stimuleren van de eigen geslachtsorganen om seksueel plezier te ervaren.  Het kan leiden tot een orgasme (klaarkomen). 

Een orgasme geeft een lekker gevoel;
- Een man krijgt een zaadlozing.
- Bij een vrouw spannen de bekkenbodemspieren zich aan. 

Het is een normaal en gezond onderdeel van seksualiteit.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Seks met een ander
Seks met een ander begint vaak met voorspel. 
Daarbij hoort knuffelen, zoenen en strelen.  Ook kun je de geslachtsdelen van de ander stimuleren. 




Bij geslachtsgemeenschap brengt de man 
zijn stijve penis in de vagina op en en neer. 

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Seks met een ander
Veel vrouwen krijgen minder gemakkelijk een orgasme tijdens geslachtsgemeenschap. 

Dat komt doordat de vagina minder gevoelig is dan de eikel.
Een vrouw kan wel een orgasme krijgen als de clitoris wordt geprikkeld. 

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Seksuele Oriëntatie
Seksuele oriëntatie verwijst naar de romantische of seksuele aantrekking tot anderen. 

  • Heteroseksueel
  • Homoseksueel
  • Biseksueel



Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gender
Gender heeft betrekking op iemands zelf-
identificatie als man, vrouw of iets anders.

Bij een transgender persoon komt de genderidenteit (gevoel) niet overeen met het geslacht (lichaam). 

Een transgender persoon kan ervoor kiezen om in transitie te gaan. Door hormonen en/of operaties veranderen dan de geslachtskenmerken. Na de transitie past het lichaam beter bij de genderidentiteit.

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Seksueel Geweld en Misbruik
Seksueel geweld en misbruik zijn ongewenste seksuele handelingen die plaatsvinden zonder toestemming. 
  • incest
  • ongewenste intimiteiten
  • aanranding
  • verkrachting

Het is belangrijk om hiervan bewust te zijn en 
te weten waar je hulp kunt krijgen.

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

digitaal seksueel geweld; grooming:
- gebeurt digitaal (op internet)
- een volwassene verleidt minderjarige                                     
   meisjes of jongens
- via social media
- webcam
- kan leiden tot een ontmoeting waarbij 
   het slachtoffer wordt misbruikt

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vaker dan je denkt!
Seksueel geweld komt vaker voor dan mensen denken.
In sommige gevallen is de dader een bekende.
Veel gevallen worden nooit bekend.
Het slachtoffer durft er bijvoorbeeld niet over te praten,
schaamt zich of wordt bedreigd door de dader. 

De dader kan alleen worden gestraft als slachtoffers vertellen wat er is gebeurd. Dit kan bijvoorbeeld bij de huisarts of een vertrouwenspersoon op school. 

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak nu online van 2.7 - opdracht 1 t/m 9



Wat niet je af krijgt in de les, wordt automatisch huiswerk voor de volgende les. 

Proefwerk = woensdag 18 december blok 2
Gaat over thema 1 + 2

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 35 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 36 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 37 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.