Week 19 les 3 Woordenschat hfd. 6

Lesopbouw
  • 10 min. Zs lezen
  • Lesdoelen bespreken
  • Terugblik 
  • Korte uitleg
  • Opdrachten maken
  • Nakijken
  • Evaluatie
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Lesopbouw
  • 10 min. Zs lezen
  • Lesdoelen bespreken
  • Terugblik 
  • Korte uitleg
  • Opdrachten maken
  • Nakijken
  • Evaluatie

Slide 1 - Diapositive

10 min. Zs

Lezen

timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je kent de termen letterlijk en figuurlijk taalgebruik. Je kutn deze termen uitleggen. 
  • Je kent de term synoniem. Deze term kun je uitleggen en je kunt een voorbeeld geven.

Slide 3 - Diapositive

Terugblik
  • Overdrijving
    - Leg uit
    - Voorbeeld
  • Understatement
    - Leg uit
    - Voorbeeld
Voor de duizendste keer, let eens op!!
Je hebt een 2 voor het proefwerk en zegt dat je een paar foutjes gemaakt hebt.

Slide 4 - Diapositive

Uitleg: synoniemen
  • Een ander woord met dezelfde betekenis
    vb. liegen - jokken


Slide 5 - Diapositive

Uitleg: letterlijk - figuurlijk taalgebruik
  • Letterlijk taalgebruik
    - je zegt/schrijft precies wat je bedoelt
    vb. Ik ben verliefd


  • Figuurlijk taalgebruik
    - je zegt/schrijft iets wat je niet letterlijk bedoelt
    vb. Ik heb vlinders in de buik

Slide 6 - Diapositive

Letterlijk of figuurlijk?

Slide 7 - Diapositive

Opdrachten

Basis                                                  Kader

Hfd. 6 opdr. 2+4+5+7+9             Hfd. 6 opdr. 2+4+5+6+9                               


Klaar:

Lezen


timer
1:00

Slide 8 - Diapositive

Nakijken: B

Slide 9 - Diapositive

Nakijken: K

Slide 10 - Diapositive

Evaluatie
  • Je kent de termen letterlijk en figuurlijk taalgebruik. Je kutn deze termen uitleggen.
  • Je kent de term synoniem. Deze term kun je uitleggen en je kunt een voorbeeld geven.

Wat is letterlijk en figuurlijk taalgebruik? Gebruik een voorbeeld om dit uit te legggen.
Wat is een synoniem? Gebruik een voorbeeld om dit uit te leggen.

Slide 11 - Diapositive