examentraining zintuigen, zenuwstelsel, hormonen en spieren

examentraining zenuwstelsel en hormonen  
ogen en spieren komen niet in het examen!
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

examentraining zenuwstelsel en hormonen  
ogen en spieren komen niet in het examen!

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

BINAS
88L

overzicht van het autonome zenuwstelsel:

orthosympatisch en parasympatisch

Slide 3 - Diapositive

Neuronen

Slide 4 - Diapositive

Sensorisch neuron

Slide 5 - Diapositive

Schakelneuron

Slide 6 - Diapositive

Motorisch neuron

Slide 7 - Diapositive

Impuls
Zenuwcellen zijn electrisch geladen, de binnenkant is veel negatiever dan de buitenkant.

Als er een impuls ontstaat gaan er opeens veel positieve deeltjes (Na+) via natriumkanalen naar binnen en verandert de lading.

Slide 8 - Diapositive

Neuronen
Impuls: Elektrisch signaal door zenuw
Neurotransmitter: chemische stof die berichten tussen zenuwcellen doorgeeft


Slide 9 - Diapositive

Wat gebeurt er in de synaps? Tabel 88G

Slide 10 - Diapositive

Wat zijn hormonen
Signaalmoleculen, die worden aangemaakt door endocriene klieren en getransporteerd via het bloed, om elders in het lichaam, bij een doelwitorgaan een effect hebben

Slide 11 - Diapositive

Waarom reageren alleen de cellen van doelwitorganen?
Receptoren!

Slide 12 - Diapositive

Klieren
Hormoonklieren zijn endocrien. D.w.z. dat het product van de kliercellen wordt aan het bloed wordt afgegeven.

Endo = binnen

bv testis, ovaria, bijnieren, schildklier, hypofyse

Slide 13 - Diapositive

Klieren
Sommige andere klieren zijn exocrien. D.w.z. dat het product van de kliercellen aan het uitwendige milieu wordt afgegeven (via een afvoerbuis).

Exo = buiten

bv zweetklieren, traanklieren, maagsapklieren

Slide 14 - Diapositive

Centrale aansturing van hormonen

Slide 15 - Diapositive

Hypothalamus
Deze komen via het bloed bij de hypofyse waar ze de afgifte van hormonen stimuleren. 
Zenuwcellen uit de hypothalamus geven neurohormonen af aan de hypofyse. 

Slide 16 - Diapositive

Negatieve terugkoppeling
De meeste hormonen werken met een negatieve terugkoppeling.

Ze remmen hun eigen aanmaak waardoor een effect niet steeds sterker wordt.

Slide 17 - Diapositive

Voorbeeld
Hypothalamus geeft neurohormonen af, waarop de hypofyse TSH produceert, een schildklier stimulerend hormoon. 

De schildklier maakt thyroxine aan, dit hormoon verhoogt de stofwisselingssnelheid in doelwitorganen. 

Een hoge concentratie thyroxine remt de afgifte van neurohormonen in de hypothalamus en TSH in de hypofyse --> de afgifte van thyroxine neemt af.

Bij een lage concentratie thyroxine stopt deze remming.

Slide 18 - Diapositive

Positieve terugkoppeling
Hormoon oxytocine (ocytocine) heeft een positieve terugkoppeling.

Zoek oxytocine op in Tabel 89A.

Waar wordt het gemaakt en wat doet het?
In je eigen woorden.

Slide 19 - Diapositive

Oxytocine tijdens de bevalling

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive