Uitleggen wat een ingericht landschap is en twee voorbeelden van inrichtingselementen noemen.
Een natuurlijk landschap beschrijven en twee voorbeelden van natuurlijke (landschaps) elementen noemen.
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens en MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1
Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 70 min
Éléments de cette leçon
Leerdoelen les 1, blok 1
Uitleggen wat in- en uitzoomen is.
Uitleggen wat een ingericht landschap is en twee voorbeelden van inrichtingselementen noemen.
Een natuurlijk landschap beschrijven en twee voorbeelden van natuurlijke (landschaps) elementen noemen.
Slide 1 - Diapositive
Blok 1, Mijn eigen omgeving
Uitzoomen
Als je van steeds verder af naar een plaats kijkt noem je dat uitzoomen.
Inzoomen
Als je een plaats van steeds dichter bij bekijkt, noem je dat inzoomen. Waar is op deze afbeelding goed op ingezoomd?
Slide 2 - Diapositive
Google Earth
Ga naar Google Earth je kunt dan prachtig in- en uitzoomen vanuit hun eigen woonplaats.
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Carte
De weg wijzen
Om de weg te kunnen wijzen maak je gebruik van inrichtingselementen en natuurlijke elementen.
Slide 5 - Diapositive
Wat is een voorbeeld van een natuurlijk element?
A
Een kanaal
B
Een rivier
C
Een zwembad
D
Een zee
Slide 6 - Quiz
Bedenk een voorbeeld van een inrichtingselement.
Slide 7 - Question ouverte
Leg in je eigen woorden uit wat in- en uitzoomen is
Slide 8 - Question ouverte
Wat is een geen voorbeeld van een natuurlijk element
A
Bomen
B
Bergen
C
Heuvels
D
Bruggen
Slide 9 - Quiz
Noem een voorbeeld van een inrichtingselement
Slide 10 - Question ouverte
Wat is een geen voorbeeld van een natuurlijk element
A
Bomen
B
Bergen
C
Heuvels
D
Bruggen
Slide 11 - Quiz
Leerdoelen deel 2 blok 1
Wat moet je kunnen na deze week? • Je kan het verschil uitleggen tussen een thematische kaart en een overzichtkaart. Je kan dit aan een kaart herkennen. • Je kan met schaal de afstand berekenen
En je kan drie belangrijke dingen noemen waar je op moet letten als je naar een kaart kijkt.
Slide 12 - Diapositive
Soorten kaarten
Er zijn twee soorten kaarten:
1. Een thematische kaart, gaat over een bepaald onderwerp, bijvoorbeeld het klimaat of aantal inwoners
2. Een overzichtskaart, geeft een overzicht van een groter gebied.
Slide 13 - Diapositive
Wat voor een soort kaart zie je hier?
A
Overzichtskaart
B
Topografische kaart
C
Landkaart
D
Thematische kaart
Slide 14 - Quiz
Wat voor een soort kaart zie je hier?
A
Thematische kaart
B
Overzichtskaart
C
Topografische kaart
D
Landkaart
Slide 15 - Quiz
0
Slide 16 - Vidéo
Slide 17 - Diapositive
Op welk coördinaat ligt Venlo?
D-4
Op welk coödinaat ligt Haarlem?
Slide 18 - Diapositive
Welke drie dingen heb je nodig om kaart te lezen?
Slide 19 - Question ouverte
Welke soort kaart is dit?
A
Overzichtskaart
B
Thematische Kaart
Slide 20 - Quiz
Welke soort kaart is dit?
A
Thematische Kaart
B
Overzichtskaart
Slide 21 - Quiz
Schrijf 1 punt op wat je nog niet zo goed hebt begrepen over dit hoofdstuk.