kleinhuishouding en beperkingen

WELKOM KLAS 2!
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

WELKOM KLAS 2!

Slide 1 - Diapositive

JdW-klimwijzer

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Na de les kan ik een keuken schoonmaken.
Na de les kan ik een koelkast schoonmaken.
Na de les kan ik stof afnemen.
Na de les kan ik een plumeau gebruiken.
Na de les kan ik een tafel dekken.
Na de les kan ik de gevaren in het verkeer herkennen voor minder validen mensen. 
Na de les kan ik minder validen ondersteunen bij het verplaatsen.


Slide 3 - Diapositive

Kleinhuishouding 
Stof afnemen
Plumeau gebruiken
Werkkast opruimen
Aanrecht en gootsteen schoonmaken
Elektrische plaat schoonmaken
Afzuigkap schoonmaken
Tafeldekken
Koelkast schoonmaken
Afval scheiden
Afwassen met de hand
Vaatwasser inruimen

Slide 4 - Diapositive

Wat is een beperking of handicap?

Slide 5 - Diapositive

Betekenis handicap
Wat is een handicap nu precies? In de woordenboek staat dat een handicap wordt gezien als een belemmering. Iemand wordt belemmerd in bepaalde dingen die hij of zij zou willen doen, maar vanwege een handicap niet (of beperkt) kan doen. Toch is er geen duidelijk kader wanneer iets een handicap is en wanneer niet.

Slide 6 - Diapositive

Lichamelijke beperking
Je hebt een lichamelijke of fysieke handicap als een deel van je lichaam niet meer goed functioneert. Een of meerdere lichaamsdelen belemmeren een persoon in bepaalde handelingen en/of bewegingen. Een lichamelijke beperking kan ook het gevolg zijn van stoornissen in de spieren en de zenuwen die zorgen voor de lichaamshoudingen en bewegen. Dat noem je een functionele afwijking.

Voorbeelden van een lichamelijke beperking zijn:
Congenitale aplasie (het ontbreken van ledematen)
Congenitale dysplasie (afwijkende ledematen)
Dwarslaesie
Cerebrale parese
Multiple sclerose
Amputatie


Slide 7 - Diapositive

Verstandelijke beperking
Dit is een ontwikkelingsstoornis. Mensen met een verstandelijke beperking ontwikkelen zich minder snel dan leeftijdsgenoten en hebben een IQ van maximaal 70 a 75, afhankelijk van de testeigenschappen. Er zijn grote verschillen tussen mensen met een verstandelijke beperking. Daarom maken we onderscheid tussen mensen met lichte, matige, ernstige en diepe verstandelijke beperking.
Voorbeelden van een verstandelijke beperking zijn:
Syndroom van Down


Slide 8 - Diapositive

Ernstig meervoudige beperking (EMB)
Je bent ernstig meervoudige gehandicapt als je een zware lichamelijke én verstandelijke handicap hebt. Mensen met een ernstig meervoudige beperking hebben vaak het verstandelijke niveau van een baby van een paar maanden oud en kunnen niet praten. In Nederland hebben zo’n vijftienduizend kinderen en volwassenen een ernstig meervoudige beperking.

Slide 9 - Diapositive

Zintuigelijke beperking
De vijf bekendste zintuigen zijn: je ogen om te zien, je oren om te horen, je neus om te ruiken, je tong om te proeven en je huid om te voelen. Bij mensen met een zintuigelijke beperking werken één of meerdere van deze zintuigen niet of minder goed. Dit kan een auditieve beperking zijn, wat betekent dat je doof of slechthorend bent of bijvoorbeeld een visuele beperking, wanneer iemand blind of slechtziend is.

Voorbeelden van een zintuigelijke beperking:
Doofheid
Blindheid
Slechtziend
Slechthorend

Slide 10 - Diapositive

Wat is er in het verkeer of openbare weg gemaakt voor mensen met een zintuigelijke beperking?

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Vidéo

Aan de slag!
Groep 1 Opdracht : Nouafel - Sigmar - Bathuan
Groep 2 Oefenen stof afnemen en plumeau: Anouar - Elif - Valentin
Groep 3 Koelkast en keuken schoonmaken: Rosmaya - Nebi - Nethan
Groep 4 Opdracht: Ravza - Shenna - Aimran
Groep 5 tafel dekken: Dina - Deyvid - Yanitsa

Slide 16 - Diapositive

Ondersteunen

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Lien

Oefen de volgende technieken
Ondersteunen bij het lopen zonder hulpmiddelen, lopen aan de arm
-Licht ondersteunen bij lopen aan de arm
-Meer ondersteunen bij lopen aan de arm
-Veel steun geven bij meelopen
-Ondersteunen met twee armen
Lopen met krukken, hoogte instellen, traplopen met krukken
Lopen met een wandelstok en hoogte instellen
Hoe loop ik met een rollator/looprek

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Slide 21 - Vidéo

Slide 22 - Vidéo

Slide 23 - Lien

Slide 24 - Lien

Vandaag heb ik geleerd:

Slide 25 - Carte mentale

Dit is belangrijk in het dagelijks leven omdat:

Slide 26 - Carte mentale

Wat vond je van de afgelopen les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Sondage

Welk cijfer zou je jezelf geven voor aandacht tijdens deze les?
010

Slide 28 - Sondage

Opdracht
Maak een PowerPoint met daarin de dia's;
  1. Gevaarlijke situaties voor blinde mensen
  2. Veilige situaties voor blinde mensen 
  3. Wat is er voor blinde mensen bij bus/tramhaltes gemaakt?
  4. Gevaarlijke situaties voor mensen in een rolstoel
  5. Veilige situaties voor mensen in een rolstoel
  6. Bereikbaarheid van winkels voor mensen in een rolstoel

Slide 29 - Diapositive