A3 Modale hulpwerkwoorden in de verleden tijd

Modalverben in de verleden tijd.
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Modalverben in de verleden tijd.

Slide 1 - Diapositive

Wiederholung:
Waar moet je opletten bij het vervoegen van de Modalverben in de tegenwoordige tijd?

Slide 2 - Question ouverte

Textbuch Neue Kontakte.
Zoek in jouw Textbuch op hoe je de verleden tijd maakt. Lees Textbuch K3 E Grammatik A.

Slide 3 - Diapositive

Waar moet je opletten bij het vervoegen van de Modalverben in de verleden tijd?

Slide 4 - Question ouverte

De uitgangen in de verleden tijd.
ich stam + te
du stam + test
er/sie/es stam + te
wir stam + ten
ihr stam + tet
sie/Sie stam + ten

Slide 5 - Diapositive

Wir (wollen, vt) ……… dich nicht stören.

Slide 6 - Question ouverte

Er (müssen, vt) …….. zeitig aufstehen.

Slide 7 - Question ouverte

Ihr (können, vt) …… es nicht sehen.

Slide 8 - Question ouverte

Ich (dürfen, vt) ……. es euch nicht sagen.

Slide 9 - Question ouverte

Du (sollen, vt) …….. den Abwasch machen.

Slide 10 - Question ouverte

Jetzt du!
Übung macht den Meister.

(oefening baart kunst)

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

Slide 13 - Lien