HS 10-12

HS 10-12
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

HS 10-12

Slide 1 - Diapositive

vraag 1
In 1939 kende zowel Nederland als Polen een kapitalistische economie. Toch werd Nederland na 1945 een bondgenoot van de VS, terwijl Polen een bondgenoot van de SU werd. Geef daarvoor een verklaring.

Slide 2 - Diapositive

antwoord vraag 1
Al tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Europa verdeeld in twee invloedssferen. Nederland kwam in de westelijke, Amerikaanse invloedssfeer te liggen en Polen in de oostelijke, door de Sovjet-Unie gedomineerde invloedssfeer. Die verdeling hing samen met het feit dat de westerse geallieerden (Groot-Brittannië, Canada, Verenigde Staten) Duitsland bestreden vanuit het westen en daarom West-Europa (en ook Nederland) bevrijdden, terwijl de Sovjet-Unie Duitsland vanuit het oosten bestreed en dus Oost-Europa bevrijdde.

Slide 3 - Diapositive

vraag 2 
Gebruik bron 1 (zie boek, blz. 260)

a. Ho Chi Minh rechtvaardigt zijn eis voor onafhankelijkheid met een beroep op het verleden. Leg uit wat zijn bedoeling daarmee was tegenover Frankrijk en de VS.

b. In de jaren 60 bestreden de VS het Vietnamese onafhankelijkheissttreven met geweld. Geef (zonder bron) daarvoor een verklaring.

Slide 4 - Diapositive

antwoord vraag 2
a Hij doet een beroep op de principes die zowel de VS (grootmacht) als Frankrijk (de kolonisator) al in de 18e eeuw onderschreven. Daarmee zegt hij eigenlijk dat zij Vietnam niet datgene kunnen weigeren waar ze zelf in zeggen te geloven, namelijk dat elk mens recht heeft op vrijheid en gelijkberechtiging en dat een volk recht heeft op zelfbeschikking.

b In de jaren 60 stuurden de Verenigde Staten soldaten naar Vietnam om te voorkomen dat Zuid-Vietnam onder controle kwam van de Vietminh, de nationalistische en communistische partij van Ho Chi Minh. De VS wilden voorkomen dat Vietnam communistisch werd. Op grond van de dominotheorie meenden zij dat, als Vietnam communistisch werd, meer landen in Zuidoost-Azië dit voorbeeld zouden volgen.

Slide 5 - Diapositive

vraag 3
Vanaf 1947 ontvingen West-Europese landen materiële en financiële hulp op grond van het Amerikaanse Marshallplan. Die gebeurtenis kun je verbinden met twee belangrijke historische verschijnselen na 1945:

1. de verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog; (k.a. 45)
2. de eenwording van Europa. (k.a. 47)

Leg het verband tussen het Marshallplan en deze twee historische verschijnselen uit.


Slide 6 - Diapositive

antwoord vraag 3
- De Verenigde Staten probeerden door middel van de Marshallhulp de wederopbouw van West-Europa te versnellen en op die manier te voorkomen dat het communisme in die landen voet aan de grond kreeg.

- Een doelstelling van de Marshallhulp was dat Europese landen gingen samenwerken.

Slide 7 - Diapositive

vraag 4
Gebruik bron 4 (zie boek, blz. 260)

Leg uit  van welke belangrijke ontwikkeling in de Europese geschiedenis na 1945 deze bron een voorbeeld is.

Slide 8 - Diapositive

antwoord vraag 4
In 1984 was de relatie tussen de voormalige aartsvijanden Frankrijk en Duitsland blijkbaar zo goed geworden dat de landen hun bloedige verleden samen konden herdenken. Dat past bij de toenemende Europese samenwerking in Europa. Een belangrijk doel van die samenwerking was verzoening tussen Frankrijk en Duitsland, en het voorkomen van een nieuwe grote Europese oorlog.

Slide 9 - Diapositive

vraag 5
Gebruik bron 3 (boek, blz. 261).

Vanaf de jaren 60 veranderde Nederland op economisch en op sociaal-cultureel gebied. Noem, telkens met een verwijzing naar bron 3, één economische en twee sociaal-culturele veranderingen.

Slide 10 - Diapositive

Voorbeelden van economische veranderingen zijn:
- Uit fragment III blijkt de grote welvaartsstijging vanaf de jaren 60, omdat in dat fragment gesproken wordt over de grote toename van het aantal auto’s waaruit zo’n stijging van welvaart blijkt.
- Uit de fragmenten I en III blijkt het ontstaan van een consumptiemaatschappij. In fragment I wordt gesproken over allerlei (duurdere) instantproducten, die blijkbaar steeds meer worden aangeschaft. In fragment III gaat het om het toenemende autobezit, waaruit blijkt dat veel mensen een auto kunnen kopen.
Voorbeelden van sociaal-culturele veranderingen zijn:
- Uit fragment IV blijkt dat de werkende vrouw in 1980 meer waardering krijgt dan een huisvrouw, waaruit het veranderde denken over de positie van de vrouw vanaf de jaren 60 blijkt. Voor die tijd werden vrouwen vooral geacht huisvrouw en moeder te zijn.
- Uit fragment II blijkt de kloof tussen de waarden en normen van de ouderen en jongeren, zoals die in de jaren 60 ontstond. De vader vindt zijn zoon ‘niet netjes’, terwijl de zoon vindt dat de vader te veel waarde hecht aan materiële zaken. In de jaren 50 waren jongeren gezagsgetrouwer.

Slide 11 - Diapositive

vraag 6
Gebruik bron 7.
Hitler laat de verspreiding van de tekst van deze toespraak verbieden. Verklaar dit verbod door:
 twee kenmerken van het nationaalsocialisme te noemen en
 bij elk kenmerk aan te geven welke kritiek Von Papen hierop geeft.

Slide 12 - Diapositive

bron 7
De confessionele politicus Franz von Papen is vicekanselier in de regering die Hitler in 1933 heeft gevormd. Op 17 juni 1934 houdt Von Papen een toespraak op de universiteit van de Duitse stad Marburg:
De gebeurtenissen van het afgelopen anderhalf jaar hebben het Duitse volk enorm in beroering gebracht. (...) Maar, nu duidelijk wordt hoeveel harde arbeid de hervormingen vergen en het enthousiasme vermindert, blijkt dat een proces van deze historische omvang ook nadelen met zich meebrengt. (...) Het Duitse volk beseft dat het zich nog steeds in een moeilijke situatie bevindt, het voelt de economische problemen, het begrijpt dat de ingevoerde noodwetten gebrekkig zijn, maar het heeft ook een fijne neus voor geweld en onrecht, het moet alleen maar glimlachen om de onhandige pogingen tot misleiding die de dingen mooier voorstellen dan ze zijn. (...) Niet door op te hitsen, vooral als het van de jeugd is, noch door het bedreigen van hulpeloze bevolkingsgroepen, maar door overleg met het volk kunnen het vertrouwen en de strijdlust bevorderd worden. Het volk weet dat het zware offers zal moeten brengen. Daartoe is het bereid en het zal de Führer [Hitler] met onverzettelijke trouw volgen, mits men het volk invloed geeft op de besluitvorming en de uitvoering. En mits niet iedere kritische opmerking als slechtheid wordt beschouwd of wanhopige patriotten tot staatsvijanden worden bestempeld.

Slide 13 - Diapositive

antwoord vraag 6
Voorbeeld van een juist antwoord is (twee van de volgende):
 Het nationaalsocialisme is antisemitisch / vervolgt 'minderwaardige'
rassen / streeft naar Volksgemeinschaft, terwijl Von Papen het
bedreigen van/het afwijzen van (hulpeloze) bevolkingsgroepen afkeurt.
 Het nationaalsocialisme is antidemocratisch / kent het leidersbeginsel,
terwijl Von Papen wil dat het volk invloed heeft op de besluitvorming.
 Het nationaalsocialisme vervolgt andersdenkenden / voert censuur
door, terwijl Von Papen het bestraffen van kritische uitingen afkeurt.
 Het nationaalsocialisme streeft een totalitaire samenleving na / maakt
gebruik van propaganda, terwijl Von Papen kritiek heeft op het ophitsen van de jeugd / op het misleiden van het volk.
per juiste combinatie van kenmerk en kritiek 2
Opmerking
Als alleen een kenmerk van het nationaalsocialisme wordt genoemd zonder de daarbij behorende kritiek van Von Papen, wordt geen scorepunt toegekend.

Slide 14 - Diapositive