Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Relative clauses (who, which, that, whose, -)
1 / 20
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
20 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
What is a relative clause?
A
Het is een bekende van je
B
Dat hangt er van af, alles is relatief
C
Het is een bijzin
D
Ik heb geen idee!
Slide 2 - Quiz
Een relative clause is een bijzin.
Mijn moeder,
die
iedere dag werkt, is altijd moe.
De man
wiens
auto gestolen was deed aangifte bij de politie.
Ik was heel blij met het cadeau
dat
ik gekregen had.
Dat meisje
met wie
ik uit ga is mijn beste vriendin.
Functie: Een betrekkelijke bijzin geeft extra informatie over iets of iemand.
Slide 3 - Diapositive
What are the relative pronouns?
Slide 4 - Carte mentale
Relative pronouns
Een relative pronoun verwijst naar:
that
who(m)
whose
which
where
persoon, dier, ding
persoon (+m na voorzetsel!)
bezit
dier, ding
plaats
Na een komma gebruik je
nooit
'that'
Slide 5 - Diapositive
Relative pronouns
Verwijzen terug naar een eerder genoemd woord
Verbinden twee zinsdelen aan elkaar
Martin played Tennis with Sophie, who was slightly injured.
relative pronoun
Noa sold her phone, which was old and damaged.
relative pronoun
Slide 6 - Diapositive
Relative pronouns
Je kunt een betrekkelijk voornaamwoord weglaten als
het al duidelijk is om wie of wat het gaat
de pronoun NIET op het onderwerp slaat
er een
voornaamwoord
achter staat
The flowers
which
he
gave me were beautiful.
Persoonlijk: ik, jij, hij, etc.
Bezittelijk: mijn, zijn, onze, etc.
Wederkerend: me, je, zich, etc.
The flowers he gave me were beautiful.
Slide 7 - Diapositive
Welke woorden kan je gebruiken bij personen?
A
who, whom, whose and that
B
who, whom and which
C
which, who and that
D
who, whose and where
Slide 8 - Quiz
We had spaghetti for dinner last night, .... is my favourite meal.
A
that
B
whose
C
which
D
who
Slide 9 - Quiz
The boy ………... cat has just died will stay at home today.
A
whom
B
which
C
whose
D
that
Slide 10 - Quiz
This is the woman .......
asked Tim for money yesterday.
A
who or that
B
whose
C
whom
D
who
Slide 11 - Quiz
Do you like the dog .....
is under the table?
A
who
B
which
C
which or that
D
which, that, or x
Slide 12 - Quiz
By ... was this book written?
A
who
B
whose
C
whom
D
which
Slide 13 - Quiz
This is the action film ...... I like so much!
A
which
B
that
C
that or which
D
that, which or x
Slide 14 - Quiz
Mag hier "that" ?
The only Bond film ... I like is Skyfall.
A
ja
B
nee
Slide 15 - Quiz
Mag hier "that" ?
Thom, .... is in my class, is 15 years old.
A
ja
B
nee
Slide 16 - Quiz
(naar wie) ... have you been named?
Slide 17 - Question ouverte
That pen, (waarmee) ... the president as signed the bill, is worth a lot!
Slide 18 - Question ouverte
Any questions?
If you need a little more explanation, watch the video on the next slide at home.
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Vidéo
Plus de leçons comme celle-ci
Relative clauses (who, which, that, whose, -)
Décembre 2022
- Leçon avec
17 diapositives
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Relative clauses (who, which, that, whose, -)
Octobre 2022
- Leçon avec
20 diapositives
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Relative clauses (who, which, that, whose, -)
Juin 2023
- Leçon avec
18 diapositives
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Relative clauses (who, which, that, whose, where, when, ø)
Juin 2022
- Leçon avec
17 diapositives
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
TBL Relative clauses (who, which, that, whose) - NL
Septembre 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Unit 1.5 England the North West Relative pronouns (30 Sept 24/25)
Septembre 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Intro & Relative Pronouns
Février 2022
- Leçon avec
24 diapositives
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 5
HAVO 3 Relative pronouns
Février 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3