H3 H2 P2 meer dan een kracht.

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Assink-Lyceum

HAVO 3, Natuurkunde

Hoofdstuk 2: Krachten

Huiswerk:

Lezen: 73-76

Maken: H2 P2 vraag 1, 2, 3, 4

De massa van het gewicht is 100 gr. En de veer rekt 10 cm uit. Wat is de veerconstante?

F​V​​=F​Z​​

C=​u​​F​Z​​​​

C=​u​​m⋅g​​

C=​10​​0,100⋅9,8​​

C=9,8​cm​​N​​

De kracht is

recht evenredig met de uitrekking.

2x zoveel kracht = 2x zoveel uitrekking

F​V​​=C⋅u

Geef een ander recht-evenredig verband.

Elektriciteit en tijd:

Vermogen en Stroom

Afstand en tijd

E=P⋅t

P​tot​​=U⋅I​tot​​

x=v⋅t

Een veer gaat meer kracht leveren hoe verder deze wordt uitgerekt.

Als je de formule omschrijft komt  

C voor het "=" teken

F​V​​=C⋅u

C=​u​​F​V​​​​

De formule omschrijven                         6:3:2 regel

   - driehoek-regel

 

F​V​​=C⋅u

6=3⋅2

3=​2​​6​​

C=​u​​F​V​​​​

Schrijf Fv=C*u als
u=......

Wat is de veerconstante bij een kracht van 39 N en een uitwijking van 13 cm

Wat is de uitwijking bij een massa van 250 gram en een veerconstante van 0,8 N/cm

Huiswerk:

Maken: Vaardigheidstrainer

Een kracht kan ook zorgen voor een rotatie.

Je noemt dat dan een "moment"

Je hebt dan een kracht en  een draaipunt nodig.

Moment

F = de kracht (N)

r is de afstand tussen het draaipunt en de kracht (m)

de eenheid van moment is (Nm)

M=F⋅r

De massa van het meisje is 55 kg.

Wat is de normaalkracht

die de grond op de dame

uitoefent?

De massa van het meisje is 55 kg, wat is de normaalkracht?

De zwaartekracht en de normaalkracht zijn gelijk aan elkaar.

Wat gaat hier gebeuren?

Wat is het draaipunt?

hoe kun je zien dat deze

persoon gaat vallen ??

Hoe kun je zien dat deze

persoon gaat vallen ??

Hoe kun je zien dat deze

persoon gaat vallen ??

Huiswerk:

Lezen: 84-85

Maken: H2 P2 vraag 5, 7, 9