H2 krachten 2.1 en 2.2

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

H2 krachten 2.1 en 2.2

Lesplanning

Bespreken opgave 6

Uitleg 2.1 afmaken

Opgave 8 maken + bespreken

Start uitleg 2.2 veerkracht

Tijd over? Dan SO inkijken

Voorbeeld 

Een zak aardappels is 20 kg. 

Bereken de zwaartekracht van de zak op aarde. 

Fz = m x g

Fz = 20 x 9,8 

Fz = 196 N

 Maak opgave 8

Ga in tweetallen aan de slag met opgave 8 

2.2 Meer dan 1 kracht

Uitrekking van veer meten

De opstelling wordt gemaakt zoals de opstelling hiernaast.

Vervolgens worden massas aan de veer gehangen.

Dan wordt de uitrekking gemeten.

Uitrekking

De uitwijking van een veer is het verschil in de

positie u vóórdat een gewicht wordt opgehangen en
nadat een gewicht wordt opgehangen.

Het gewicht zal de veer een stukje uitrekken, zoals

in de figuur hiernaast te zien is. Hoe zwaarder het

gewicht, hoe groter de uitwijking.

Uitrekking

Het gewicht zal de veer een stukje uitrekken, zoals

in de figuur hiernaast te zien is. Hoe zwaarder het

gewicht, hoe groter de uitwijking.

Als de massa 2x zo groot wordt dan wordt de 

uitrekking ook 2x zo groot.

Veerconstante

• De hoeveelheid kracht die nodig is om een veer  1 cm of 1 meter uit te rekken.
• Hoe groter de veerconstante des te stugger de veer.
• Welke veer is het stugst?

Als ik de kracht op een veer 2x zo groot maak, dan wordt de uitrekking ... x zo groot

Oefening 1

Een veer heeft een lengte van 12 cm.

er wordt een massa aangehangen van 50 gram,

de veer heeft nu een lengte van 15cm.

Hoe groot is u ?

Oefening 2

Een blokje heeft een massa van 0,8 N en wordt aan een veer gehangen. De veer rekt 10 cm uit. Bereken de veerconstante in N/m.

Oefening 3

Een veer heeft een veerconstante van 7,2 N/cm. Door er een blokje aan te hangen rekt de veer 8,0 cm uit. Bereken de massa van dit blokje in kg.

Aan de slag met 2.2

Let op: je hebt nog niet alle uitleg gehad. 

HAVO opgave: 2, 4, 5 en 6

VWO opgave: 3, 4 en 6

Twee krachten in evenwicht

Beide krachten zijn even groot en tegenovergesteld en liggen in dezelfde lijn

Er is een evenwicht

Er gebeurt niets: de zak hangt stil

Uitrekken en indrukken

Normaalkracht: vormt een evenwicht met de zwaartekracht als voorwerpen ergens opstaan 

• Voorkomt dat het voorwerp door zijn ondergrond naar beneden valt

Spankracht, veerkracht en normaalkracht ontstaan als een voorwerp wordt ingedrukt of uitgerekt

Krachten in dezelfde beweegrichting...

worden bij elkaar geteld.

Krachten in tegenovergestelde richtingen.

worden van elkaar afgehaald.

Krachten

Resultante kracht (netto)

Resulterende kracht

Een kracht is een vectorgrootheid.

Bij kracht is de richting belangrijk.

Het resultaat van deze krachten heet resulterende kracht (Fres).

Resulterende kracht

De resultante kracht is de optelsom van alle krachten samen

Bij evenwicht: Fres = 0 N

De beweging van een voorwerp verandert niet

Rekenvoorbeeld

F1 = 15 N en F2 = 25 N

Bereken de resulterende kracht van de doos. Hoe zal de doos bewegen?

Havo aan de slag

Maak 2.2 

Opgave: 3, 8 en 9

Ben je hiermee klaar? 

maak dan online de test jezelf van 2.2

VWO parallelogram methode

Krachten samenstellen

• Soms heb je krachten die in 

      verschillende richtingen werken.

• Om dan de resultante te vinden 

      moet je de krachten samenstellen. 

• Beide de grootte en richting van de resultante kracht zijn hier van belang.
  

Krachten samenstellen

-----------------------------

---------------------------------

-----------------------------

Parallellogram methode

Twee krachten op één boot

• Waarheen vaart de boot?
• Wat wordt Fres?
• Let op de werklijnen en de vectoren!

HAVO

Maak 2.2 

Opgave: 3, 8 en 9

Ben je hiermee klaar? 

maak dan online de test jezelf van 2.2

VWO

Maak 2.2

Opgave: 2 en 8

Ben je hiermee klaar? 

maak dan online de test jezelf van 2.2