3H6-Licht 4

LENZEN
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

LENZEN

Slide 1 - Diapositive

Na vandaag...
- weet je wat licht doet bij een holle en een bolle lens
- kun je lichtstralen door een lens tekenen
- kun je het beeld tekenen achter een lens

Slide 2 - Diapositive

Lichtbreking bij lenzen

Slide 3 - Diapositive

Lenzen

Slide 4 - Diapositive

Construeren van lenzen

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive




- een lichtstraal door het optisch midden
- een lichtstraal evenwijdig aan de hoofdas en dan door brandpunt achter de lens
- een lichtstraal vanuit brandpunt dan achter de lens evenwijdig.
Beeld construeren

Slide 8 - Diapositive

Welke lenzen zijn
positieve lenzen?
Er zijn meer antwoorden mogelijk.
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 9 - Quiz

Met sommige lenzen kun je een reëel beeld construeren.
Hoeveel constructiestralen heb je ten minste nodig om een beeldpunt te vinden?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 10 - Quiz

Voorwerp
Hoofdas
Lens
Brandpunt
Beeldpunt

Slide 11 - Question de remorquage

Met een positieve lens kun je een voorwerp afbeelden op een scherm. Dit noemen we construeren .
Welke uitspraken zijn waar?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Lichtstralen door t midden gaan rechtdoor
B
Lichtstralen evenwijdig aan de optische as gaan door t brandpunt
C
Elke lichtstraal dat op een bolle lens valt noemen we divergent
D
Alle lichtstralen van één punt van het voorwerp komen samen in één punt van het beeld.

Slide 12 - Quiz

Met een positieve lens kun je een voorwerp afbeelden op een scherm. Je kunt zo’n beeld ook
zelf construeren.
Welke uitspraak is dan waar?
A
Alle lichtstralen van het voorwerp moeten door het brandpunt gaan.
B
Een lichtstraal die evenwijdig aan de hoofdas loopt, verandert niet van richting.
C
De lichtstralen van het voorwerp zijn na de lens divergent.
D
Alle lichtstralen van één punt van het voorwerp komen samen in één punt van het beeld.

Slide 13 - Quiz