voornaamwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Voornaamwoorden

avw - vrvnw - vz - psv - bzv - betr.vnw

Wat is GEEN aanwijzend voornaamwoord

1. Zulke
2. Daar
3. Dit
4. Deze

Welke zin is correct?

1. M'n ouders zijn streng.
2. Me moeder is aan de drank.

PSV of BZV?

Welke tas is van jou?

1. psv
2. bzv

Wat is GEEN aanwijzend voornaamwoord?

1. zelf
2. zelfs
3. dezelfde
4. hetzelfde

Welk woord is het vragend vnw en het aanwijzend vnw?
'Wat is dat?'

1. aanwijzend = wat vragend = dat
2. aanwijzend = is vragend = wat
3. aanwijzend = dat vragend = wat
4. aanwijzend = wat vragend = is

PSV of BZV?

zijn (Is dat zijn eigen Ipad?)

1. psv
2. bzv

Waarom vragend vnw of vraagwoord?WAAROM heb je dat gedaan?

Tekst

1. vragend vnw
2. bijwoord

PSV of BZV?

De rode fiets is van hem.

1. psv
2. bzv

Wanneer stappen jullie op?

Op =

1. vz
2. bw

Gedurende de toets mogen jullie niet naar de wc.
Gedurende =

1. bwb
2. vz
3. bw

Welk woord is geen vragend vnw?

1. Wie
2. Hoe
3. Wat
4. Wat voor een

Kies het juiste betrekkelijk voornaamwoord.

De fiets van dat meisje, ... was gestolen, is teruggevonden.

1. die
2. wie
3. dat
4. wat

Deze, die, dat en dit zijn aanwijzende voornaamwoorden.

1. Waar
2. Niet waar

BETR.VNW

Verwijst naar  iets wat eerder genoemd staat.

Wat is een zin met een betrekkelijk voornaamwoord?

1. Die jongen daar is mijn neefje
2. De jongen, die daar loopt, is mijn neefje
3. De jongen is dat neefje
4. Dat jongetje is mijn neefje

Kies het juiste betrekkelijk voornaamwoord.

Op alles ... u vandaag koopt, krijgt u korting.

1. die
2. wie
3. dat
4. wat

De belangrijkste betrekkelijke voornaamwoorden zijn...

1. die, dat, zus, zo
2. zijn, haar, ons
3. die, dat, wie , wat
4. hij, zij, wij

Kies het juiste betrekkelijk voornaamwoord.

Hij zei iets ... ik niet begreep.

1. die
2. wie
3. dat
4. wat