VEI Immuunsysteem & bloedgroepen

Het immuunsysteem
Vraag van vandaag:
Hoe werkt het corona vaccin?
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Het immuunsysteem
Vraag van vandaag:
Hoe werkt het corona vaccin?

Slide 1 - Diapositive

pfizer + moderna = mRNA vaccin 
janssen + AstraZeneca = normaal vaccin

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.
  • Je kunt beschrijven op welke manier immuniteit kan ontstaan.
  • Je kunt omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie.
  • Je kunt beschrijven waarin de bloedgroepen van elkaar verschillen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lichaamsvreemd
  • Stoffen die niet in het lichaam thuishoren
  • Lichaam heeft barrières om ziekteverwekkers (bacteriën en virussen) buiten het lichaam te houden
  • 1. Huid
  • 2. Slijmvliezen ( neus en keel, met trilhaartjes)
  • 3. Maagzuur

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Infectie
  • Ziekteverwekker toch door de huid heen? --> infectie
  • Afweersysteem/ immuunsysteem wordt actief.
  • Witte bloedcellen moet ziekteverwekkers opsporen en dood maken

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


  • Virussen zijn geen levende wezens. Ze bestaan uit DNA met een schil van eiwit.
  • Afweersysteem/ immuunsysteem herkent virus aan antigeen op de buitenkant van een cel of virus

  • Lichaamsvreemde antigenen activeren het afweersysteem
Antigeen is voor elk type bacterie of virus anders.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antigenen
  • Infectie: binnendringen van ziekteverwekkers (bacteriën, virussen, schimmels)
  • Lichaamsvreemde stoffen: antigenen
  • Immuunsysteem gaat aan de slag
  • Witte bloedcellen maken ziekteverwekkers onschadelijk door insluiten 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antistoffen
  • Antistoffen: stoffen die gemaakt worden door witte bloedcellen
  • Antistoffen zitten opgelost in het bloed
  • Antistoffen reageren op de antigenen
  • Antistoffen werken specifiek: ze werken maar op één antigeen
  • Ziekteverwekkers worden in-actief gemaakt

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar bevinden antigenen zich?
A
Buitenkant van cellen of virussen
B
Binnenkant van cellen of virussen
C
Binnenkant van virussen
D
Buitenkant van cellen

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een antigeen is..
A
een lichaamsvreemde stof die het afweersysteem kan activeren
B
een eiwitmolecuul dat het lichaam helpt bij de bestrijding van ziektes
C
een binnen gedrongen bacterie of virus

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is hier het antigeen?
A
Geel
B
Oranje
C
Blauw

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Immuniteit: Heel snel heel veel antistoffen aanmaken waardoor je niet ziekt wordt = immuun

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Natuurlijke immuniteit
  • Je bent eerder geïnfecteerd door een ziekteverwekker en  je witte bloedcellen hebben daardoor onthouden welke antistof ze moeten maken om deze indringer te verslaan. 

  • Bij een nieuwe infectie wordt je niet meer ziek omdat er direct antistoffen gemaakt kunnen worden.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kunstmatige immuniteit
- Met een vaccin worden onschadelijk gemaakte antigenen in het bloed ingebracht
- Het lichaam gaat antistoffen maken.
- Als je in aanraking komt met de echte ziekteverwekkers kunnen de witte bloedcellen gelijk nieuwe antistoffen maken

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Immuniteit
Antistoffen
Antigenen
Vaccin
Serum
Actief natuurlijk
Passief natuurlijk
Passief kunstmatig
Actief kunstmatig

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vaccineren
Rijksvaccinatieprogramma: Om kinderen te vaccineren tegen ziektes waar je vroeger dood aan kon gaan.
Vaccinatiegraad: Mazelen 95% =  95% moet gevaccineerd zijn om te zorgen dat de ziekte zich niet kan verspreiden onder de mensen.

Corona: 77% volledig gevaccineerd

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Allergische reactie
  • Allergie= overgevoelig voor een bepaalde stof.
  • Bijvoorbeeld hooikoorts

  • Afweersysteem/ Immuunsysteem reageert erop: Rode plekken, uitslag, jeuk, branderig gevoel en ontstekingen.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Anafylactische reactie
  •  Heftige allergische reactie. Opzwellen van slijmvliezen en lippen, benauwd.
  • Bloedvaten verwijden en de bloeddruk daalt.
  • Heel gevaarlijk en evt. dodelijk. Daarom hebben deze mensen vaak een EpiPen bij zich.
  • Injectienaald met adrenaline. Om de bloeddruk weer te laten stijgen. 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloedgroepen
Er zijn 4 bloedgroepen:
  • Bloedgroep A
  • Bloedgroep B
  • Bloedgroep AB
  • Bloedgroep O

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloedgroepen

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ABO systeem- agglutinatie

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb je de volgende leerdoelen behaald/ begrepen?
1. Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.
2. Je kunt beschrijven op welke manier immuniteit kan ontstaan.
3. Je kunt omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie.
4. Je kunt beschrijven waarin de bloedgroepen van elkaar verschillen.

😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
BS 5 en 8

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions