3.2 het oog les 2

Het oog 
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Het oog 

Slide 1 - Diapositive

Na deze week kan jij:
Uitleggen hoe jouw oog  beschermd wordt
Plaatjes van de buitenkant en binnenkant van het oog benoemen
De functies van de onderdelen van het oog uitleggen
Uitleggen hoe het oog zorgt dat er genoeg licht in komt
Uitleggen hoe het oog scherp ziet
Uitleggen hoe jij diepte kunt zien

Slide 2 - Diapositive

Deze les:
Kort herhalen oog

Na deze les weet jij:
Hoe je scherp kunt zien
Hoe je oog regelt dat er genoeg licht in het oog komt
Hoe je diepte kunt zien

Slide 3 - Diapositive

wenkbrauw
traanklier
traanbuis
pupil
wimper
iris
ooglid
harde oogvlies

Slide 4 - Question de remorquage

Hoe heet de laag in het oog, waar de zintuigcellen in zitten

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Accomoderen
Het platter en boller maken van de ooglens wordt accomoderen genoemd.

 Accomoderen gebeurt door de kringspier, accomodatiespier.

Als je dichtbij kijk is de lens bol
Als je ver weg kijk is de lens plat

Slide 7 - Diapositive

scherp zien
    bolle lens
    voorwerp van dichtbij scherp
    platte lens: 
    voorwerp van veraf scherp

    accommoderen:
    het platter en boller maken van de ooglens


    Aantekening

    Slide 8 - Diapositive

    het boller of platter maken van de lens wordt ook wel... genoemd
    A
    straallichaam
    B
    accomoderen
    C
    accamaderen
    D
    optiseren

    Slide 9 - Quiz

    Hoe kan het dat je scherp kunt zien?
    A
    accomoderen van de lens
    B
    wijder maken van de pupil
    C
    accomoderen van het hoornvlies
    D
    wijder maken van de Iris

    Slide 10 - Quiz

    Hoe heet het als de lens van vorm veranderd?
    A
    pupilreflex
    B
    accomoderen
    C
    decentraliseren
    D
    centraliseren

    Slide 11 - Quiz

    Pupilreflex

    Slide 12 - Diapositive

    Pupilreflex
    Veel licht = pupil klein
    weinig licht = pupil groot
    Aantekening

    Slide 13 - Diapositive

    Pupilreflex

    Slide 14 - Diapositive

    Slide 15 - Vidéo

    Maak een woordweb op een blaadje. Leg daarin in met zo min mogelijk woorden uit wat pupilreflex is

    Slide 16 - Question ouverte

    Woordweb pupilreflex

    Slide 17 - Diapositive

    Hoe noem je het groter en kleiner worden van de pupil? (dit gaat vanzelf)
    A
    Oogreflex
    B
    Pupilreflex
    C
    Accomoderen
    D
    Accomodatiereflex

    Slide 18 - Quiz

    Ik snap alles wat er in deze leg is uitgelegd!
    (0 is helemaal niet, 100 is helemaal)
    0100

    Slide 19 - Sondage

    Niet vergeten:
    Let op je planner!! Deze week moet 3.2 af zijn!
    Je maakt je opgaven digitaal, in de Nectar-omgeving
    Daarin kom je door via som in te loggen (zie uitleg classroom)
    Werk ook aan je keuze kaarten: probeer er minimaal 1 of 2 per week te maken!!
    Lever je keuzekaarten in via mijnschrift.nl (zie uitleg classroom)

    Slide 20 - Diapositive