M2 P3 Grammatica week 12-1 les 12 voorzetselvoorwerp

Welkom klas

Ga op je vaste plek zitten. 
Pak je leesboek. 
Laat de iPad in de tas. 
Geen tas op tafel.
Geen jas of kauwgom in het lokaal. 
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom klas

Ga op je vaste plek zitten. 
Pak je leesboek. 
Laat de iPad in de tas. 
Geen tas op tafel.
Geen jas of kauwgom in het lokaal. 

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
Lezen
Uitleg voorzetselvoorwerp
Zelfstandig werken


Slide 2 - Diapositive

Te behandelen grammatica Kern P3
H5 Taalkundig ontleden (ZN LW BVN VZ VNW (pers, bez, aanw) WW): afgerond
H6 Bijwoord en telwoord TO: afgerond
H19 Redekundig ontleden PV OW WG LV MV BWB: afgerond
H33 Werkwoorden herkennen
H34 Naamwoordelijk gezegde RO
H47 Voorzetselvoorwerp RO: mee bezig
H61 Samengestelde zinnen
H62 Voegwoorden
H75 Bijvoeglijke bepaling RO


Slide 3 - Diapositive

Toetsen P3
Grammatica: 10 of 12 april (staat in SOM)

Leesvaardigheid: 15 of 17 mei (noteer in je agenda)


Slide 4 - Diapositive

Lezen
timer
10:00

Slide 5 - Diapositive

Lesdoelen
Na deze les:

weet je hoe je het voorzetselvoorwerp vindt in een zin.

Slide 6 - Diapositive

Herhaling vorige les


x

Slide 7 - Diapositive

Voorzetselvoorwerp

Klik hier voor het filmpje met uitleg. 

Slide 8 - Diapositive

Voorzetselvoorwerp 

Je moet eerst weten wat voorzetsels zijn. Het voorzetsel is meestal eenvoudig te herkennen, de meeste voorzetsels zijn namelijk op de puntjes in te vullen


... de kast (of kooi)
in de kast
op de kast
achter de kooi
naast de kooi
onder het kleed

... het schoolfeest 
tijdens/na/voor het schoolfeest




Slide 9 - Diapositive

Voorzetselvoorwerp
Meestal is het meteen duidelijk welk voorzetsel je moet gebruiken als je kijkt naar wat er precies gebeurt. De onderstaande zinnen zijn allemaal juist, je moet alleen goed naar de kat kijken en dan gebruik je het juiste voorzetsel.

De kat zit op de bank.
De kat zit naast de bank.
De kat zit onder de bank.
De kat zit achter de bank.
De kat zit tussen de kussens van de bank.


Slide 10 - Diapositive

Vaste voorzetsels


Soms is het niet duidelijk welk voorzetsel je moet gebruiken, in sommige zinnen hoort een voorzetsel bij een werkwoord. 

Voorbeelden van vaste voorzetsels bij werkwoorden.

trouwen met
zich verbazen over
verliefd zijn op

Slide 11 - Diapositive

Voorzetselvoorwerp

Het voorzetselvoorwerp begint met een voorzetsel en wordt vaak gevolgd door een voorwerp, bijvoorbeeld:

Ik hou van pindakaas.
werkwoord met vast voorzetsel: houden van 
voorzetselvoorwerp: van pindakaas

Slide 12 - Diapositive

Voorzetselvoorwerp
In een zin met een voorzetselvoorwerp 'eist' het werkwoord eigenlijk een bepaald vast voorzetsel. Je kan het voorzetsel niet vervangen door een ander voorzetsel. Zoals:
houden van
denken aan
zoeken naar
snakken naar
zich verdiepen in
trouwen met

Opmerking: Soms heeft een werkwoord verschillende 'vaste' voorzetsels, maar dan is er vaak wel sprake van een betekenisverschil.

Slide 13 - Diapositive

Voorzetselvoorwerp
Rapper Kanye West breekt na jaren een jarenlange samenwerking met zijn manager. 
Werkwoord? 
Hoort er een vast voorzetsel bij?
Rapper Kanye West breekt na jaren een jarenlange samenwerking met zijn manager
VZV: .................

Slide 14 - Diapositive

Verschil voorzetselvoorwerp en lijdend voorwerp
Een voorzetselvoorwerp lijkt op een lijdend voorwerp. Toch zijn er erg belangrijke verschillen. 
Een lijdend voorwerp begint niet met een voorzetsel.

Ik zoek een nieuwe heggenschaar.
lijdend voorwerp: een nieuwe heggenschaar

Ik zoek naar een nieuwe heggenschaar.
voorzetselvoorwerp: naar een nieuwe heggenschaar

Slide 15 - Diapositive

Huiswerk nakijken

Oefenblad H5 en H19



Slide 16 - Diapositive

Aan de slag


Huiswerk voor de volgende keer: 
H47 maken opdr. 1, 2, 3, 5 en 6

Hoe: je mag met je buur overleggen, maar doe dit zachtjes. 

Slide 17 - Diapositive

Volgende les


H75 bijvoeglijke bepaling

Slide 18 - Diapositive

Zijn voor jou de lesdoelen behaald

Ik kan in een zin het volgende zinsdeel benoemen:
- voorzetselvoorwerp

Slide 19 - Diapositive


Fijne dag en tot de volgende les.
tot de volgende keer!

Slide 20 - Diapositive