3.5 De zee klopt op de voordeur

3.5 De zee klopt op de voordeur

1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

3.5 De zee klopt op de voordeur

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen? 
  • Herhaling
  • Uitleg 3.5 deel 
  • Opdrachten maken van 3.5  

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn 2 voorbeelden van oppervlakte water?

Slide 3 - Question ouverte

Wat houdt de waterbalans in?

Slide 4 - Question ouverte

Wat is een oplossing tegen overstromingen op de lange termijn?

Slide 5 - Question ouverte

3.5 de zee klopt op de voordeur

Slide 6 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je weet welke soorten polders er zijn en dat er misverstanden bestaan over de veiligheid.
  • Je begrijpt waarom het overstromingsrisico van Laag-Nederland toeneemt en hoe men daar de kust tegen beschermt.
  • Je kunt op de kaart van Nederland verschillende polders en kustgedeelten aanwijzen.

Slide 7 - Diapositive

Video

Slide 8 - Diapositive

afsluitdijk
deltawerken

Slide 9 - Diapositive

Doorbraak dijk
Niet heel Nederland onder water door dijkring.

Een stelsel van waterkeringen (dijken, dammen, duinen) en hogere gronden die het ingesloten gebied beschermen tegen overstromingen.

Slide 10 - Diapositive

Polder
  • een gebied waar de mens de waterstand regelt
  • dit kan door een molen of een gemaal (dit pompt water uit de polder)

Slide 11 - Diapositive

ringvaart
molens
polder
gemaal
Dijk

Slide 12 - Question de remorquage

Slide 13 - Diapositive

4 polders laag-Nederland

  1. zeepolders 
  2. veenpolders 
  3. droogmakerijen 
  4. IJsselmeerpolders 

Slide 14 - Diapositive

Zeepolder
 Dit zijn polders ontstaan door indijking van vroegere kwelders. Je vindt ze vooral aan de kust van Zeeland, Friesland en Groningen.

Slide 15 - Diapositive

Veenpolder
Door te ontwateren treed er bodemdaling in omdat het veen en klei inklinkt
Daardoor wordt het effect van de zeespiegelstijging vergroot en is er meer kans op een overstroming

Slide 16 - Diapositive

3.5 De zee klopt op de voordeur

Slide 17 - Diapositive

Droogmakerijen
 Deze polders zijn ontstaan doordat vroeger plassen zijn drooggemalen. Zo ontstonden bekende droogmakerijen als de Haarlemmermeer en de Beemster.

Slide 18 - Diapositive

IJsselmeer polders
In de twintigste eeuw zijn grote stukken van de vroegere Zuiderzee drooggemalen en ontstonden de omvangrijke IJsselmeerpolders.

Slide 19 - Diapositive

Dit zijn polders ontstaan door indijking van vroegere kwelders. Je vindt ze vooral aan de kust van Zeeland, Friesland en Groningen.
A
Zeepolders
B
Veenpolders
C
Droogmakerijen
D
Ijsselmeerpolders

Slide 20 - Quiz

Een gebied waar een mens de waterstand regelt noem je een...

Slide 21 - Question ouverte

Noem een voordeel bij een positieve waterbalans

Slide 22 - Question ouverte

3 soorten kustbeheer
1. dynamisch kustbeheer
Kustbeheer in een breed duingebied waar men de natuur meer zijn gang laat gaan.

Slide 23 - Diapositive

harde kustverdediging
zachte kustverdediging
Wat is het verschil?

Slide 24 - Diapositive

Harde kustverdediging
Het beschermen van de kust door de aanleg van dijken en
dammen op vaste plekken.


Zachte kustverdediging
Het beschermen van de kust door aanvoer van zand door de
natuur of de mens.

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

3 soorten kustbeheer
2.  getijdenlandschap
Landschap onder invloed van eb en vloed (waddengebied).

Slide 27 - Diapositive

3 soorten kustbeheer
3. Zandssupletie
Het opspuiten van zeezand voor of op het strand om de kust te versterken. 

Dit is nodig bij kustafslag.
 Wegslaan van stukken strand of duin tijdens een storm. 

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Slide 30 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je weet welke soorten polders er zijn en dat er misverstanden bestaan over de veiligheid.
  • Je begrijpt waarom het overstromingsrisico van Laag-Nederland toeneemt en hoe men daar de kust tegen beschermt.
  • Je kunt op de kaart van Nederland verschillende polders en kustgedeelten aanwijzen.

Slide 31 - Diapositive

Huiswerk
Paragraaf 3.5 
opdracht 1 t/m 6

Slide 32 - Diapositive