4.1 HItler aan de macht

Hitler aan de macht
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1,3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hitler aan de macht

Slide 1 - Diapositive

Wat zie je op de foto?

Slide 2 - Question ouverte

De opkomst van de nazi's 
  • 1929 diepe economische crisis.
  • Hitler maakten beloften.
  • groei fascisme - nationaalsocialisme
  • NSDAP veel aanhangers - Nazi's 
  • Propaganda, marcheren uniforms, terreur
  • Verkiezingen 1932 grootste partij - Hitler leider 
  • Hitler tijdelijk alle macht door bedreiging. 
  • Verbod politieke partijen, behalve NSDAP.
  • 1933 Hitler alle macht.
  • Dictatuur.

Slide 3 - Diapositive

Poster van de NSDAP, waarschijnlijk uit 1940. Onderaan de poster staat: ‘Eén volk, één rijk, één leider!’

Slide 4 - Diapositive

Wanneer werd de NSDAP opgericht?
A
Voor de eerste wereldoorlog
B
Tijdens de eerste wereldoorlog
C
Kort na de eerste wereldoorlog
D
Tijdens de tweede wereldoorlog

Slide 5 - Quiz

Welke van de onderstaande ideeën hoort bij de NSDAP?
A
Democratie werkt niet; de regering kan niet eens een crisis oplossen.
B
Duitsland moet stoppen met het betalen van geld aan de geallieerden.
C
Er is niets beter dan vechten voor je land.
D
Het maakt niet uit of je bankier of arbeider bent, als je maar Duitser bent.

Slide 6 - Quiz

Waarom werd de politieke partij van Hitler steeds populairder?

Slide 7 - Question ouverte

Waarom is deze poster een voorbeeld van propaganda?

Slide 8 - Question ouverte

Zet de gebeurtenissen in de goede tijdsvolgorde: 
A
De NSDAP en andere partijen werken samen in de regering. 
B
De NSDAP wordt bij verkiezingen de grootste partij. 
C
Duitsland raakt in een grote economische crisis. 
D
Het parlement stemt in met een wet die Hitler tijdelijk alle macht geeft. 
E
Hitler verbiedt alle politieke partijen. 
A
B
C
D
E

Slide 9 - Question de remorquage

Alles onder controle 
  • Beslissingen om de macht te behouden.
  • Tegenstanders werden opgepakt. 
  • Geen vrijheid van meningsuiting. 
  • Alle Duitsers Nazi's maken. 
  • Huisvrouw
  • totalitaire staat in 1933

Slide 10 - Diapositive

Bladzijde uit een Duits schoolboek voor de basisschool, 1935.

Slide 11 - Diapositive

Jongens moesten lid worden van de nationaalsocialistische jeugdvereniging, de Hitlerjugend.
Bij welk kenmerk van het fascisme horen de zinnen?
iedereen moest naar de jeugdclub. Als je niet ging dan kreeg je een waarschuwing. 
Jongens leerden hoe dapper hun leider was tijdens WO 1.
Jongens speelden veldslagen na. 
Jongens zongen bij het kampvuur liedjes over een sterk Duitsland. 
Eenheid onder het volk
Een sterke leider
Geweld is normaal
Extreem nationalisme

Slide 12 - Question de remorquage

Hoe blijkt uit deze bron dat de regering bepaalt wat kinderen moeten denken?

Slide 13 - Question ouverte

Leg uit dat de gebeurtenis bij een totalitaire samenleving past:

Slide 14 - Question ouverte

Op weg naar oorlog
  • Hitler wilde een groot Duits rijk.
  • Voorbereiding oorlog: dienstplicht, productiewerk, aanleg snelwegen. 
  • Geld nodig - oorlogsschade 
  • 1936 bondgenootschap fascistische Italië. 
  • Duitsers waren tevreden. 
  • 1938 gaat Hitler een stap verder. 
  • Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije 
  • Afspraak met Hitler 

Slide 15 - Diapositive

Bouwvakkers marcheren naar het werk om snelwegen aan te leggen, Frankfurt am Main, 23 september 1933

Slide 16 - Diapositive

Welke twee maatregelen van Hitler gingen tegen het Verdrag van Versailles is?
A
De Duitse economie herstellen
B
Snelwegen aanleggen.
C
Het Duitse leger uitbreiden
D
Stoppen met de oorlogsschade betalen

Slide 17 - Quiz

Hitler nam maatregelen om de werkloosheid op te lossen. Maak de juiste combinaties: 
Hij voerde dienstplicht in.
Werkende vrouwen kregen ontslag.
Volwassen mannen kregen arbeidsplicht. 
Zodat mannen tenminste 6 maanden werkten
Zodat jonge mannen wat te doen hadden.
Zodat er meer banen waren voor mannen

Slide 18 - Question de remorquage

Welke maatregel had welk doel?
Het leger kan zich snel verplaatsen
Hulp krijgen van vrienden
Voldoende soldaten om te vechten
Voldoende wapens voor de strijd
Snelwegen aanleggen
Een bondgenootschap sluiten
De dienstplicht invoeren
Wapenfabriek bouwen

Slide 19 - Question de remorquage

Waarom gaven Frankrijk en Groot-Brittannië toestemming aan Duitsland om gebied Tsjecho-Slowakije in te nemen?

Slide 20 - Question ouverte

Hoe denk je dat Tsjecho-Slowakije zich heeft gevoeld?

Slide 21 - Question ouverte

Maken
4.1 - opdracht 13

Slide 22 - Diapositive

Plus de leçons comme celle-ci