1BB 09-12-2021 / 13-12-2021
1 / 41
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
What school subjects do you see in the picture?
(klik om groter te maken)
(klik om groter te maken)
Slide 2 - Question ouverte
timer
1:30
Do you know more school subjects in English?
Slide 3 - Carte mentale
Hoe vraag je: "Vind jij wiskunde leuk?"
Slide 4 - Question ouverte
Hoe vraag je: "Vindt Max gym leuk?"
Slide 5 - Question ouverte
Hoe zeg je: "We hebben Engels in lokaal 216."
Slide 6 - Question ouverte
Hoe zeg je: "Mijn dag begint met Nederlands."
Slide 7 - Question ouverte
Hoe vraag je: "Wanneer is de volgende les biologie?"
Slide 8 - Question ouverte
Hoe vraag je: "Hebben we aardrijkskunde in lokaal 115?"
Slide 9 - Question ouverte
Kies de juiste vertaling
"Is Ilse grappig?"
"Is Ilse grappig?"
A
Am Ilse funny?
B
Is Ilse funny?
C
Are Ilse funny?
D
Be Ilse funny?
Slide 10 - Quiz
Kies de juiste vertaling
"Mag ik weg?"
"Mag ik weg?"
A
May I leave?
B
How I leave?
C
Can I leave?
D
Do I leave?
Slide 11 - Quiz
Kies de juiste vertaling
"Vindt hij wiskunde leuk?"
"Vindt hij wiskunde leuk?"
A
Do he likes maths?
B
Does he like maths?
C
Does he likes maths?
D
Do he like maths?
Slide 12 - Quiz
Kies de juiste vertaling
"Vind je vroeg opstaan leuk?"
"Vind je vroeg opstaan leuk?"
A
Do you like getting up early?
B
Does you like getting up early?
C
Can you like getting up early?
D
How you like getting up early?
Slide 13 - Quiz
Kies de juiste vertaling
"Heb jij een zus?"
"Heb jij een zus?"
A
Do have you a sister?
B
Does you have a sister?
C
Does you has a sister?
D
Do you have a sister?
Slide 14 - Quiz
Kies de juiste vertaling
"Hebben zij gym om 3 uur?"
"Hebben zij gym om 3 uur?"
A
Do they have PE at 3 o'clock?
B
Does they have PE at 3 o'clock?
C
Do they has PE at 3 o'clock?
D
Do they have gym at 3 o'clock?
Slide 15 - Quiz
Kies de juiste vertaling
"Heeft zij blond haar?"
"Heeft zij blond haar?"
A
Do she have blonde hair?
B
Does she have blonde hair?
C
Does she has blonde hair?
D
Do she has blonde hair?
Slide 16 - Quiz
Maak er een vraagzin van
"You like maths."
"You like maths."
Slide 17 - Question ouverte
Maak er een vraagzin van
"They study a lot."
"They study a lot."
Slide 18 - Question ouverte
Maak er een vraagzin van:
"You have a dog."
"You have a dog."
Slide 19 - Question ouverte
Maak er een vraagzin van
"She has a nice smile."
"She has a nice smile."
Slide 20 - Question ouverte
Maak de zin ontkennend
"I am in class today."
"I am in class today."
Slide 21 - Question ouverte
Maak de zin ontkennend
"You are friendly."
"You are friendly."
Slide 22 - Question ouverte
Maak de zin ontkennend
"He is into Dutch."
"He is into Dutch."
Slide 23 - Question ouverte
Maak de zin ontkennend
"We are not going outside."
"We are not going outside."
Slide 24 - Question ouverte
Zet de zin in de juiste volgorde
Who (wie)
Does (doet)
What (wat)
Where (waar)
When (wanneer)
My cat
is playing
in the garden
right now
Slide 25 - Question de remorquage
Zet de zin in de juiste volgorde
Who (wie)
Does (doet)
What (wat)
Where (waar)
When (wanneer)
have
We
at home
visitors
every weekend
Slide 26 - Question de remorquage
Zet de zin in de juiste volgorde
Who (wie)
Does (doet)
What (wat)
Where (waar)
When (wanneer)
my dog
don't like
My friends
Slide 27 - Question de remorquage
Zet de zin in de juiste volgorde
Who (wie)
Does (doet)
What (wat)
Where (waar)
When (wanneer)
Kelly
is practicing
for her test
at the library
this afternoon
Slide 28 - Question de remorquage
Slide 29 - Diapositive
Five past twelve
A quarter to one
Half past twelve
Twelve o'clock
A quarter past twelve
Five to three
Slide 30 - Question de remorquage
Vertaal Forest
A
Vorst
B
Bomen
C
Bos
D
Bevoren
Slide 31 - Quiz
Afternoon
A
Ochtend
B
Namiddag
C
Avond
D
Middag
Slide 32 - Quiz
Huiswerk
Slide 33 - Question ouverte
Talen
Slide 34 - Question ouverte
Healty
Slide 35 - Question ouverte
Woordvolgorde hoe ziet die eruit
Wie .. .. .. ..
Wie .. .. .. ..
Slide 36 - Question ouverte
Nu woordvolgorde in het Engels
Who ... ... ... ...
Who ... ... ... ...
Slide 37 - Question ouverte
Zet deze woorden in de juiste volgorde
Was, at the Rocky Mountains, Jane, last year
Was, at the Rocky Mountains, Jane, last year
Slide 38 - Question ouverte
Hoe schrijf je dertiende in het Engels
A
Third
B
3rd
C
Three
D
Thirteen
Slide 39 - Quiz
Vertaal twintigste naar het Engels
