B6/7 Hormonen, hypofyse, schildklier

 Het hormoonstelsel
Hormoonstelsel


Inloggen in Lesson Up
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

 Het hormoonstelsel
Hormoonstelsel


Inloggen in Lesson Up

Slide 1 - Diapositive

Deeltentamen
Thema Regeling

Slide 2 - Diapositive

Terugblik

b5 Impulsen
b6 Hormoonstelsel
Uitleg b7 Hypofyse en de schildklier


Slide 3 - Diapositive

Wat is een reflexboog?
A
De snelheid van reflexen
B
Reageren op een prikkel
C
Een impuls die spieren of klieren aansturen
D
de weg die impulsen bij een reflex afleggen

Slide 4 - Quiz

Sam is aan het voetballen. Hij ziet de bal op zich afkomen en kopt deze weg. Hoe reageert Sam op zijn omgeving?
Zet de volgende woorden in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6
Hersenen
Impuls 1
Impuls 2
Prikkel
Spieren
Zintuig

Slide 5 - Question de remorquage

Iemand legt een blokje ijs in je nek en jouw koudezintuig registreert dit
Wat gebeurt er nu in dit zintuig?

A
Het zintuig ontvangt de prikkel en stuurt deze weg
B
Het zintuig ontvangt de prikkel en maakt een impuls
C
Het zintuig ontvangt een impuls en stuurt deze weg
D
Het zintuig ontvangt een impuls en maakt een prikkel

Slide 6 - Quiz

Terugblik: Het hormoonstelsel

Lesdoelen:
- Je leert wat het hormoonstelsel doet.
- Je leert wat hormonen doen.
- Je leert twee soorten klieren.

Slide 7 - Diapositive

Hormoonstelsel
 Het hormoonstelsel bestaat uit hormoonklieren die hormonen produceren.

Het regelen van langzame processen zoals groei, ontwikkeling, stofwisseling en de  voortplanting

Hormonen regelen ook de werking van de weefsels en organen die er gevoelig voor zijn.

Slide 8 - Diapositive

Hormoon
Hormonen zijn chemische stoffen. 

Elk hormoon heeft een regulerend effect op specifieke organen.

Hormoonklieren hebben geen afvoerbuis. 
Het wordt afgegeven aan het bloed door de hormoonklieren.


Slide 9 - Diapositive

Hormonen regelen langzame processen:
  • groei
  • ontwikkeling
  • stofwisseling  
  • voortplanting

Slide 10 - Diapositive

Verschil gewone klier/ hormoonklier
Gewone klier: 
-zweetklier, speekselklier, etc.
- heeft een afvoerbuis om het product af te voeren

Hormoonklier:
- maakt hormonen
- Heeft geen afvoerbuis: geeft hormonen af aan het bloed

Slide 11 - Diapositive

6 Hormonenklieren die je moet kennen:
  1. Hypofyse 
  2. Schildklier 
  3. Bijnieren
  4. Eilandjes van Langerhans
    (in de alvleesklier) 
  5. Teelballen 
  6. Eierstokken

Slide 12 - Diapositive

7 Hormonen die je moet kennen:
  1. Groeihormoon 
  2. Schildklierhormoon 
  3. Adrenaline 
  4. Insuline 
  5. Glucagon 
  6. Mannelijke geslachtshormonen: testosteron 
  7. Vrouwelijke geslachtshormonen: oestrogeen en progesteron 

Slide 13 - Diapositive

Hormoonklier : Hypofyse 
  • De hypofyse is een hormoonklier die o.a. groeihormoon maakt
         -Groeihormoon regelt de groei van botten van het skelet. 
  • De hypofyse produceert  ook hormonen om de werking van andere
      hormoonklieren te beïnvloeden. 
            -Schildklier, teelballen, eierstokken
  • Een hormoon uit de hypofyse stimuleert de productie van
     de schildklierhormoon door de schildklier. 
  • Hormonen uit de hypofyse beïnvloedden de eierstokken en 
     teelballen zodat geslachtshormonen en geslachtscellen
    worden geproduceerd. 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Altijd al eens afgevraagd waarom sommige mensen alles kunnen eten en toch niet aankomen?

Slide 17 - Diapositive

schildklier
is een hormoonklier in je hals, tegen het strottenhoofd
Stofwisseling
groei en 
ontwikkeling

Slide 18 - Diapositive

Schildklier
  • Hormoonklier die o.a. schildklierhormoon maakt
  • Schildklierhormoon: 
Het stimuleert de verbranding in de cellen en
de groei en de ontwikkeling. 

Slide 19 - Diapositive

Hypofyse en schildklier
Schildklier:
  • ligt in de hals, voor het strottenhoofd tegen de luchtpijp aan
  • produceert het schildklierhormoon onder invloed van hormonen uit de hypofyse
  • het schildklierhormoon beïnvloedt de stofwisseling, de groei en ontwikkeling; het stimuleert de verbranding in de cellen




Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Hypofyse en schildklier
Als je teveel schildklierhormoon produceert, dan gaat je verbranding sneller: je wordt rusteloos en vermagert.

Als je te weinig schildklierhormoon produceert, dan gaat je verbranding langzamer: je krijgt het sneller koud en bent sneller moe.

Slide 22 - Diapositive

5.8 Eilandjes van Langerhans en bijnieren
Eilandjes van Langerhans
  • liggen in de alvleesklier
  • groepjes cellen
  • produceren insuline en glucagon
  • houden glucosegehalte van het bloed constant

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Eilandjes van Langerhans
We hebben glucose nodig voor de verbranding in onze cellen. Deze glucose krijg je uit je voedsel en wordt in de dunne darm opgenomen in het bloed.

Door de hormonen insuline en glucagon blijft de hoeveelheid glucose in je bloed (bloedsuikerspiegel) constant: ongeveer 0,1%

Slide 25 - Diapositive

Eilandjes van Langerhans
Insuline en glucagon hebben een tegenovergestelde werking.
Als de bloedsuikerspiegel stijgt, wordt er insuline gemaakt. Dit zorgt ervoor dat glucose wordt opgenomen in de cellen en dat de bloedsuikerspiegel daalt.

Als de bloedsuikerspiegel daalt, dan wordt er glucagon gemaakt. Dit zorgt ervoor dat er glucose vrijkomt uit de cellen en dat de bloedsuikerspiegel stijgt.


Slide 26 - Diapositive

Glycogeen
Glucose wordt in de lever en de spiercellen als reserve opgeslagen als glycogeen.

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Eilandjes van Langerhans
Diabetes (suikerziekte):
- te weinig of geen productie van insuline of
- cellen reageren niet meer op insuline

- hierdoor stijgt de bloedsuikerspiegel
- zelf insuline toedienen

Slide 29 - Diapositive

Bijnieren
Bijnieren
- liggen bovenop de nieren
- produceren adrenaline

Slide 30 - Diapositive

Bijnieren
Adrenaline:
- woedend/bang/schrikken
- werkt snel en kort
- zorgt voor de omzetting van glycogeen in glucose (in spieren en lever)
- glucosegehalte in het bloed stijgt
- snellere hartslag en ademhaling

Slide 31 - Diapositive

Leerdoel
1. Je kunt de werking beschrijven van hormonen uit de eilandjes van Langerhans en uit de bijnieren.

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Vidéo