Persoonsvormspelling verleden tijd

Persoonsvorm verleden tijd 
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Persoonsvorm verleden tijd 

Slide 1 - Diapositive

Welk werkwoord is zwak?
A
zwemmen
B
luchten
C
lopen
D
vertrekken

Slide 2 - Quiz

Welk werkwoord is sterk?
A
winnen
B
sprinten
C
mixen
D
blozen

Slide 3 - Quiz

De bruidsjurk van Florien (slepen) over de grond.

Slide 4 - Question ouverte

De brandweermannen (blussen) de brand.

Slide 5 - Question ouverte

De mannen (proberen) met een vals briefje van €50 te betalen.

Slide 6 - Question ouverte

Thomas (spellen) alle woorden correct.

Slide 7 - Question ouverte

Suzan (spelden) ons een vreemd verhaal op de mouw.

Slide 8 - Question ouverte

Met één klik (vergroten) Chiel de foto op zijn beeldscherm.

Slide 9 - Question ouverte

(proeven) jij stiekem van de taart?

Slide 10 - Question ouverte

Het elftal (spelen) een fantastische wedstrijd.

Slide 11 - Question ouverte

Het huis (branden) tot de grond toe af.

Slide 12 - Question ouverte

Vivian (melden) zich af voor het feest.

Slide 13 - Question ouverte

- Ik kan de persoonsvorm verleden tijd (pvvt) van zwakke werkwoorden correct schrijven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Sondage

- Ik kan de persoonsvorm verleden tijd (pvvt) van sterke werkwoorden correct schrijven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Sondage

Verder oefenen?
Pak je boek of de online methode erbij!

Slide 16 - Diapositive