Herhaling 1 t/m 3

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Doelstelling vandaag

Aan het einde van de les heb je: 

- Van Gelder model herhaald

- Herhaling deel toets periode 4

Verder met opdrachten

Toets onderdelen p4

Alles van didactisch model dus vragen over:

Beginsituatie ( 4 sleutelvragen, gedragsaspecten, 4 factoren)

Doelstelling ( BWOM)

Bewegingsvormen

Organisatie ( 6 w's)

Lesopbouw ( onderdelen, PDCA cyclus)

Didactische werkvormen ( Welke zijn er)

Evaluatie ( Nut evaluatie/)

Vul het van Gelder model in

Als je een beginsituatie van de groep omschreven hebt moet je die de volgende les weer aanpassen

1. Waar
2. Niet waar

Wat hoort waar?

Vrij werken

Klassicaal werken

Werken in vaste volgorde

Werken in groepen

Speels leren  klauteren

Speerwerpen in groep

Circuit aanbieden

3 vakken systeem

PDCA cyclus staat voor

1. Plan, Done, Cyclus, All
2. Plan, Do ,Check, Act

Training maken PDCA

Plannen: lesvoorbereiding maken

Do: Voer je training uit

Check: evalueer je les

Act: Handel door volgende les aan te passen

"Aan het einde van landkamp is klas 1A een hechte groep geworden" is een

1. Sociaal affectieve doelstelling
2. Cognitieve doelstelling
3. Lange termijn doelstelling
4. Motorische doelstelling

'De studenten van 1A moeten aan het einde van de les de handstand kunnen uitvoeren' is een:

1. Cognitieve doelstelling
2. Motorische doelstelling
3. Sociaal-affectieve doelstelling
4. Kortetermijn-doelstelling

Lesgeven bestaat uit een proces van voorbereiden - organiseren - evalueren

1. Waar
2. Niet waar

Bij iedere training is beginsituatie het zelfde

1. Waar
2. Niet waar

Een heterogene groep bestaat uit leden met dezelfde kenmerken.

1. Waar
2. Niet waar

Als een iemand snel vrienden maakt valt dit onder cognitief gedragskenmerk

1. Waar
2. Niet waar

informatie over hoe iemand beweegt valt onder motorisch gedrag kenmerk

1. Waar
2. Niet waar

Een groep is stukjes een dans van 4 x8 aanleren

1. Totaalmethode
2. Deelmethode

Aan het einde van de les kan je een handbal sprongschot uitvoeren in een 1 tegen 1 situatie waarbij er 7 van de 10 raak gaan

1. Kwalitatieve eis
2. Kwantitatieve eis

Over een afstand van 20 meter

1. Bewegingsvorm
2. Waarneembaar eindgedrag
3. Omstandigheden
4. Minimale eis

Waar bij ik let op dat ze linker hand naar broekzak doorzwaaien

1. Bewegingsvorm
2. Waarneembaar eindgedrag
3. Omstandigheden
4. Minimale eis

Welke organisatie gebruik ik in mijn les?
Hoort bij de didactische sleutelvraag:

1. Waar moet ik beginnen? (beginsituatie)
2. Wat wil ik bereiken? (doelstelling)
3. Hoe ga ik de les geven? (de les)
4. Heb ik mijn doel bereikt? (evaluatie)

Noem de 4 pijlers van het didactisch model:

Motorisch

1 sporter kan goed het plaatje geven.

De groep bergrijpen de spelregels al

2 kinderen zijn altijd druk tijdens de training

Cognitief

Sociaal - affectief

De deelnemers een
voorbeeld laten zien

1. Tactiele Instructie
2. Visuele Instructie
3. Manuele Instructie
4. Auditieve Instructie

Dit is:

1. Visuele instructie
2. Tactiele instructie
3. Auditieve instructie
4. Manuele Instructie

Wat ga je doen?

2e LVB afmaken VERPLICHT!

Opdrachten afmaken

BPV opdrachten verwerken.

Alles af? FF Chillen