Kennismaking Nederlands

Nederlands
Kennismakingsles
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Nederlands
Kennismakingsles

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?

  • Voorstelrondje
  • Wat kan je verwachten dit jaar?
  • Boeken Nederlands
  • Taalquiz

Slide 2 - Diapositive

Wie ben ik?
Mevrouw Stevens
stevens@maerlant-lyceum.nl
Docent Nederlands
Coördinator brugklas
Remedial Teacher

Dordrecht - verloofd - drie katten - Crossfit - reizen

Slide 3 - Diapositive

Wie ben jij?

Bedenk een grappig feitje over jezelf
Voer deze in in de LessonUp
Kan de klas raden wie jij bent?

Slide 4 - Diapositive

Dit weten jullie niet over mij...

Slide 5 - Carte mentale

Wat kan je dit jaar verwachten?
  • Vier keer in de week Nederlands
  • Altijd meenemen: twee boeken + schrift + leesboek + pen
  • Na elke vakantie krijg je een boekopdracht. Al deze opdrachten samen vormen aan het eind van het jaar een cijfer
  • Soms werken we met een laptop. Dit wordt van tevoren aangegeven.

Slide 6 - Diapositive

Regels in de klas
  • Je hebt je spullen altijd bij je. Vergeten = vergeten
  • Drie keer boeken vergeten? Melduur
  • Drie keer huiswerk vergeten? Melduur
  • Je levert je opdrachten op tijd in
  • Laat elkaar uitpraten
  • Behandel elkaar met respect
  • Doe je je best? Dan doe ik ook mijn best voor jou 

Slide 7 - Diapositive

Waar denk je aan bij
het vak Nederlands?

Slide 8 - Carte mentale

Slide 9 - Vidéo

Tijd voor de quiz!
Pak je telefoon er bij
Speel eerlijk!

Slide 10 - Diapositive

startvraag

Vind jij Nederlands moeilijk?
A
nee
B
ja
C
soms
D
alleen spelling

Slide 11 - Quiz

Wat hoort op de ..... ?

"Ik ........ deze taalquiz heel leuk"
A
vinden
B
vind
C
vindt
D
vonden

Slide 12 - Quiz

teksten

Wat voor een soort tekst is dit?

A
gedicht
B
gebruiksaanwijzing
C
krantenartikel
D
voorleesboek

Slide 13 - Quiz

een uitdrukking

Zo gezond als een ...
A
vis
B
hond
C
kip
D
pauw

Slide 14 - Quiz

spelling

Welk woord is GOED geschreven?
A
interresant
B
portomonnee
C
encyclopedie
D
onmiddelijk

Slide 15 - Quiz

woordenschat
Hoe noem je een ander woord met (bijna) dezelfde betekenis?

A
gezegde
B
synoniem
C
alinea
D
afbeelding

Slide 16 - Quiz

lezen
Uit welke boekenserie komt deze illustratie?
A
Hugo
B
Het leven van een loser
C
Niek de Groot
D
Dagboek van een muts

Slide 17 - Quiz

uitdrukking
Wat betekent:
Je ziet er
bedrukt uit?
A
dat je er verdrietig uitziet
B
dat je er moe uitziet
C
dat het lijkt of je onder het kopieerapparaat lag
D
dat je er goed uitziet

Slide 18 - Quiz

grammatica
In welke zin staan precies drie werkwoorden?
A
De vliegen vliegen achter vliegen aan.
B
De reiziger zal met de trein gaan reizen.
C
In de mediatheek staan veel computers.
D
Misschien moeten wij verhuizen.

Slide 19 - Quiz

Spelling
Zet de zin in de verleden tijd:
"Ik haast me naar het werk."

Slide 20 - Question ouverte

gesprekken
Hoe noem je
wat iemand ergens van vindt?
A
interview
B
doorvragen
C
feit
D
mening

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Vidéo

grammatica
Over welke woordsoorten
ging dit liedje?
A
zelfstandige naamwoorden en lidwoorden
B
werkwoorden
C
persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
D
voorzetsels

Slide 23 - Quiz

Schrijf op in je Plenda

Donderdag 24 augustus
Leesboek meenemen

Maandag 28 augustus
Formulier meenemen

Slide 24 - Diapositive