Column 1

De column
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

De column

Slide 1 - Diapositive

Lees je wel eens columns?
Ja
Nee

Slide 2 - Sondage

Welke columnisten lees je?

Slide 3 - Carte mentale

Kwaliteitscriteria van een column


‘Een column is een korte tekst waarin de auteur zijn mening ventileert. Liefst met humor en vanuit een persoonlijk perspectief en op licht provocerende wijze. Columns vind je vaak in de krant of in tijdschriften. Maar vanzelfsprekend verschijnen columns ook op internet. Er zijn echter wel verschillen met een blog: de frequentie van een column is lager en de schrijver schaaft er meer aan. De column krijgt hierdoor meer diepgang en is langer houdbaar. Een goede column trekt een regelmatig lezerspubliek aan en is vaak een begrip’.

Slide 4 - Diapositive

Vijf tips voor het schrijven van een column 

Slide 5 - Diapositive

Tip 1: Bouw op 
Een column is kort. Daarom is iedere zin van belang. De eerste en de laatste zin verdienen echter speciale aandacht. Maak je eerste zin uitdagend en prikkelend. En houd er rekening mee dat een goede column ‘rond’ is: de laatste zinnen slaan terug op beweringen die je eerder in je column deed. Met deze opbouw zorg je ervoor dat je lezer door blijft lezen – van begin tot eind. 

Slide 6 - Diapositive

Tip 2: Kies je stijl 

Sober of barok: zoek een stijl die bij je past. Martin Bril had een no-nonsense-schrijfstijl: korte zinnen, eenvoudige woorden. Daarmee wist hij de spanning op te bouwen. Kijk maar naar het begin van zijn befaamde column Rokjesdag uit het Parool: 

'Rokjesdag is een wonderlijke dag. Als bij toverslag zijn de straten ineens gevuld met blote benen. Het wonder is dat de bijbehorende dames hierover van tevoren geen overleg hebben gevoerd. Er is ook geen oproep op televisie geweest, of een speciaal radiobericht. Ze voelen aan dat het kan'.



Slide 7 - Diapositive

Sylvia Witteman daarentegen maakt regelmatig uitvoerige bijzinnen vol opsommingen en gebruikt licht archaïsche taal. Zoals in de column:

'Afschuwelijke verhalen had ik gehoord van collega-moeders, die maandenlang dagelijks al het beddengoed wasten op 200 graden en het hele gezin inclusief poes, goudvis en vierennegentig teddyberen te lijf gingen met DDT, Agent Orange of andere enge middeltjes uit flesjes waarop ten overvloede een plaatje van een decimeters groot, grijnzend insect stond afgedrukt, compleet met idioot veel harige poten'.


Slide 8 - Diapositive

Hoeveel woorden bevatte die ene zin van Witteman?
ci. 20 woorden
ci. 30 woorden
ci. 40 woorden
ci. 50 woorden
ci. 60 woorden
ci. 70 woorden
ci. 80 woorden
ci. 90 woorden
ci. 100 woorden

Slide 9 - Sondage

Zo’n zin van 59 woorden wordt bij een schrijfcursus genadeloos als ‘onleesbaar’ bestempeld. In een column kan het. Graag zelfs. Columns gaan vaak tegen alle regels in. Originaliteit en creativiteit zijn belangrijker dan stijlregels. Natuurlijk mag je geen grammatica- en spelfouten maken. 

Slide 10 - Diapositive

Welke stijl vind je prettiger?
Die van Bril (rokjesdag)
Die van Witteman (luizen)

Slide 11 - Sondage

Tip 3: Overdrijf
Zet de dingen des levens zwaar aan in je column. Maak gebeurtenissen groter en dramatischer dan ze in werkelijkheid zijn. En formuleer je mening scherp en met humor. Bij een saai verhaal haakt je lezer af. Een voorbeeld uit de column ‘Toch’ van Paulien Cornelisse (Taal is zeg maar echt mijn ding, 2009):

‘Ik vermoed dat het overmatig gebruiken van ‘toch’ iets te maken heeft met onze calvinistische moraal. Alsof je na een toch-zin altijd nog kunt zeggen: ‘Ondanks dat wij allen zondaars zijn.’ Dus zo: ‘Wat zitten we toch lekker, al verdienen we het natuurlijk te branden in de hel’.

Slide 12 - Diapositive

Tip 4: Kort in

Een column is kort: tussen de 250 en 450 woorden. Daarin schuilt de kracht van de column. Elke zin doet ertoe en is de moeite van het lezen waard. Leg daarom niet te veel uit. Houd je in. Ook als je column af is, kun je nog makkelijk 10 tot 20% van je tekst schrappen.

Slide 13 - Diapositive

Tip 5: Lees

Lezen inspireert. Kijk hoe anderen het doen, maar imiteer niet en ontwikkel je eigen stijl. Daarnaast: ook al heb je geen plannen ooit een column te gaan schrijven – columns lezen is leuk! Bijvoorbeeld de columns van:
  • Sander Schimmelpenninck in de Volkskrant
  • Özkan Akyol in het AD / de Stentor
  • Youp van 't Hek in het NRC
  • Nico Dijkshoorn in de VI

Slide 14 - Diapositive

Opdracht: schrijf een column
Schrijf een column
Onderwerp: een actuele gebeurtenis / kwestie. Kijk bijvoorbeeld op nu.nl om iets te kiezen.
Woordaantal: tussen de 250 en 450 woorden.
Deadline: maandag 30 september.
Beoordeling: peer feedback met rubric



Slide 15 - Diapositive

Schrijf een column
Onderwerp: een actuele gebeurtenis / kwestie. Kijk bijvoorbeeld op nu.nl om iets te kiezen.

Woordaantal: tussen de 350 en 450 woorden.

Deadline: maandag 30 september.

Beoordeling: peer feedback met rubric



Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive