18 a: Lodewijk XIV wilde ten eerste indruk maken op zijn onderdanen en op de koningen van andere landen. Daarnaast had hij een enorm paleis nodig, zodat honderden edelen in het paleis konden wonen.
18 b: De Franse edelen leefden in luxe aan het hof, maar ze hadden geen vrijheid. Ze werden in de gaten gehouden door de koning, waardoor zij niet hun eigen gang konden gaan. Teruggaan naar hun eigen kasteel of landhuis was vaak ook geen optie. Dan zouden ze geen baan of eretitel meer krijgen van de koning.
19: Bijvoorbeeld:
- Edelman aan het hof van Versailles: Had ik maar inspraak in het bestuur
- Iemand uit het gevolg van de ambassadeur: Ik hoop dat de Franse koning ons goedgezind is.
- De ambassadeur: Gegroet Majesteit, ik heb een geschenk voor u meegenomen.
- Zoontje van Lodewijk XIV: Die man buigt voor mijn vader
- Koning Lodewijk XIV: Gegroet ambassadeur. Ik dank u voor het geschenk.
- Belangrijke minister van Lodewijk XIV: Ik wil de koning dienen, maar ik zou wel meer te zeggen willen hebben