6.11 Woordenschat

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 6.11 Woordenschat
1.
Lesopening
2.
Lesdoel 
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 6.11 Woordenschat
1.
Lesopening
2.
Lesdoel 
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands en open deze op blz. 273

Huiswerk controle: 
-

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Lesdoel 
Aan het eind van deze les:
- heb je de schooltaalwoorden uit blok 1-5 herhaald; 
- begrijp je de betekenis van verschillende woorden uit de teksten;
- heb je herhaald wat je in blok 1-5 over woorden en taal hebt geleerd.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig les 6.11 opdracht 1 t/m 7 op blz. 273 t/m 275. 
Jessica, Gijs, Jochem & Jamie

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Krystian, Jaysen, Niek & Zouhir

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
n.v.t.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een synoniem?
A
Een ander woord met een andere betekenis
B
Een ander woord met dezelfde betekenis
C
Hetzelfde woord met een andere betekenis
D
Hetzelfde woord in een andere taal

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een synoniem voor:
misdadiger
A
crimineel
B
gevaar
C
risico
D
opmerkelijk

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het tegenovergestelde van:
overeenkomst
A
privé
B
verschil
C
actief
D
Achteraf

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie maakt wat? 
Had je alle vragen goed, dan ga je aan de slag met opdracht 1 t/m 7 op blz. 273 t/m 275. 

De rest doet mee met de instructie.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4. Instructie
Doe mee met de instructie. 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woorden die hetzelfde betekenen noem je synoniemen.

Bijvoorbeeld:
smerig en vies
snel en vies



Uitleg synoniem

Slide 11 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

 tegenovergestelde woorden zijn woorden die het tegenovergestelde van elkaar betekenen

Bijvoorbeeld:
licht - donker
moeilijk - makkelijk
dag - nacht 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soms lees je in een tekst een moeilijk woord. Je kunt dan kijken of andere woorden in de tekst je iets vertellen over de betekenis van dat moeilijke woord. Dat kan zijn:


Betekenis zoeken van moeilijke woorden in een tekst
  • omschrijving van het moeilijke woord;
  • synoniem van het moeilijke woord, een woord dat hetzelfde betekent;
  • tegenovergestelde van het moeilijke woord.

Slide 13 - Diapositive

Tijdens deze fase richt je de aandacht van de leerlingen op de lesstof en activeer je de voorkennis.

Als je een tekst leest over een bepaald onderwerp, staan daar vaak moeilijke woorden in. 





Klopt de tekst dan nog? Dan hoef je het woord niet op te zoeken in het woordenboek.



Wat te doen bij moeilijke woorden in een tekst?
  • Vervang het moeilijke woord door een makkelijk woord dat hetzelfde betekent (synoniem);
  • Vervang het moeilijke woord door een omschrijving die in het thema past.

Slide 14 - Diapositive

Tijdens deze fase richt je de aandacht van de leerlingen op de lesstof en activeer je de voorkennis.

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Krystian, Jaysen, Niek & Zouhir: Je maakt zelfstandig les 6.11 opdracht 1 t/m 7 op blz. 273 t/m 275. 


Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
- of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 1

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig 6.11 opdracht 1 t/m 7 op blz. 273 t/m 275



Ben je klaar?
Dan kijk je het werk na en verbeter je. 
Daarna ga je in stilte lezen. 
timer
1:00

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Zijn er nog dingen die je lastig vindt?

Evaluatie lesdoelen:
- heb je de schooltaalwoorden uit blok 1-5 herhaald? 
- begrijp je de betekenis van verschillende woorden uit de teksten?
- heb je herhaald wat je in blok 1-5 over woorden en taal hebt geleerd?

 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

8. Huiswerk & Toetsen
Huiswerk:
Donderdag 27 juni
6.11 opdracht 1 t/m 7. 
Toetsen:
-

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions