6.11

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: 6.11
1.	Lesopening
2.	Lesdoel
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek en schrift van Nederlands op tafel. Open je boek op blz. 276

2. Lesdoel 

Aan het eind van deze les:

- heb je herhaald wat je in blok 1 t/m 5 over woorden en taal hebt geleerd. 

3. Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.

Je maakt zelfstandig opdracht 9 + 10 op blz. 276 t/m 277.

Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

Namen lln

Mini-check

Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Wat is een samenstelling?

Wat is in het volgende woord het voor- of achtervoegsel?
herexamen

Wat is in het volgende woord het voor- of achtervoegsel?
gewichtloos

Wie maakt wat?

Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 9 + 10 op blz. 276 t/m 277.

De rest doet mee met de instructie. 

4. Instructie

Lees en kijk mee naar de volgende dia's. 

Samenstelling

vruchten        +    taart    =  vruchtentaart 

Samenstelling

laptop             +        tas      =   laptoptas  

Vul zelf een samenstelling in.

Woorden met voorvoegsel

Sommige woorden bestaan uit een kernwoord en een voorvoegsel.

Het voorvoegsel is meestal geen echt woord, maar geeft het kernwoord een andere betekenis.

Bijvoorbeeld:

gebruiken - hergebruiken

Een (kern)woord met een voorvoegsel noemen we een afleiding.

Voorvoegsels 

asymmetrisch --> a (voorvoegsel) + symmetrisch (kernwoord)

herkansen--> her (voorvoegsel) + kansen (kernwoord)

wanhoop --> wan (voorvoegsel) + hoop (kernwoord)

Achtervoegsels: vrolijk 

Er zijn veel woorden met -heid, -lijk, -ing, -ig, 
 -er, -erd, -aar, -aard, -baar, -rik of -isch erachter. 

Deze korte stukjes zijn achtervoegsels,

je schrijft ze altijd op dezelfde manier. 

______

achtervoegsels zet je altijd achter een woord, zoals het woord zelf al aangeeft: achtervoegsels. Het gaat dus om het laatste deel van een woord.

Wat betekent het voorvoegsel on

1. niet
2. alles
3. geen
4. niks

Wat betekent ondiep

1. erg diep
2. een beetje diep
3. diep
4. niet diep

Wat betekent het voorvoegsel her

1. opnieuw
2. nieuw
3. heel oud
4. oud

Wat betekent herorganiseren

1. overnieuw
2. organiseren
3. opnieuw organiseren
4. niks organiseren

Wat betekent het achtervoegsel loos

1. niet, geen
2. niet
3. zonder
4. geen

Wat betekent kleurloos

1. kleur
2. zonder kleur
3. geen kleur
4. wit

Wat betekent waterrijk

1. veel water
2. water van waarde
3. rijk water
4. geen water

Wat betekent behulpzaam

1. hulp bieden
2. hulp niet geven
3. eenzaam
4. geen hulp vragen

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

Namen lln, jullie maken zelfstandig opdracht 9 + 10 op 

blz. 276 t/m 277.

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Namen lln of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 10.

6. Zelfstandig werken

Je maakt nu zelfstandig:

V: les 6.11, blz. 276 t/m 277, opdr. 9 + 10 --> Niemand

B: les 6.11, blz. 276 t/m 277, opdr. 9 + 10  --> namen lln

I: les 6.11, blz. 276 t/m 277, opdr. 9 + 10 --> namen lln 

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna ga je in stilte lezen of een woordzoeker maken. 

7. Evaluatie

Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 

Wat is geen samenstelling?

1. jongensboek
2. stadsschouwburg
3. gewitte
4. apetrots

Wat is een samenstelling

1. zwaaien
2. wangen
3. springen
4. kaasschaaf

Ik kan samenstellingen herkennen.

010

Wat is een voorvoegsel?

1. Een woord voor een ander woord
2. Een klein stukje voor het woord bijv. on of her
3. Iets wat achter een woord staat

Wat is de betekenis van het voorvoegsel her-?

1. zonder
2. opnieuw
3. niet meer
4. niet

Wat is het voorvoegsel
verhaal

1. haal
2. ver
3. ve
4. aal

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk: 

...dag .. maand

6.11 opdracht 9 + 10

Toetsen: 

...

geen

Afsluiting

Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................