Kerntaak 1 - LWP 1 - Etappe 3 - Beginsituatie dl 2

KT1 - LWP 1 - Etappe 3 (d2)
  • Pen en papier
  • Laptop (opgeladen!)
  • Boek "Didactiek van een les of training"
  • Concentratie
timer
2:00
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
Begeleiden en LesgevenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

KT1 - LWP 1 - Etappe 3 (d2)
  • Pen en papier
  • Laptop (opgeladen!)
  • Boek "Didactiek van een les of training"
  • Concentratie
timer
2:00

Slide 1 - Diapositive

Check in
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Thema van vandaag:
1. Didactisch model
2. Beginsituatie
3. Doelstellingen
4. Planning en lesopbouw
5. Materialen en middelen
6. Organisatie
7. Bewegingsvormen
8. Didactische werkvormen
9. Presenteren
10. Leertheorieën
11. Evaluatie

Slide 3 - Diapositive

Doelen les 2.2 Beginsituatie
  • Je weet waarvoor een lesvoorbereiding bedoeld is
  • Je weet wat er globaal op een lesvoorbereidingsformulier moet staan
  • Je hebt geoefend met het invullen van een lesvoorbereiding, waarbij:
  • je de beginsituatie van de SB-deelnemers kunt beschrijven a.d.h.v. het         motorisch, cognitief en sociaal-affectief niveau
  • Je kunt de beginsituatie van jezelf als lesgever/ trainer beschrijven

Slide 4 - Diapositive

Les 2.2 Beginsituatie

Slide 5 - Diapositive

Benoem de 4 didactische sleutelvragen

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Lien

Vragen bij het filmpje:

  1. Wat zijn kenmerken van een goede, geslaagde training?
  2.  Waarom is het belangrijk om te weten wat de kinderen allemaal kunnen?
  3. Is het belangrijk om te weten wat je met je training wilt bereiken? Waarom is dat belangrijk?

Slide 8 - Diapositive

Wat verstaan we onder beginsituatiefactoren
A
De gegevens die je kunt gebruiken bij de evaluatie van de les
B
De gegevens die je nodig hebt bij het voorbereiden van de les
C
De gegevens die belangrijk zijn voor een goede start van de les
D
De gegevens die je over je bepaalde kinderen krijgt voor de les

Slide 9 - Quiz

Uitleg lesvoorbereiding lesbeurt 2

Slide 10 - Diapositive


Algemene beginsituatie
  • Groepsgrootte
  • Gemiddelde leeftijd
  • Samenstelling (jongens/meiden)
  • Aard van de groep (prestatief of recreatief) 

Slide 11 - Diapositive

Beschrijf de samenstelling van deze groep

Slide 12 - Question ouverte

Specifieke beginsituatie 

Slide 13 - Diapositive

Voorbeeld: 
De basketbal les van afgelopen dinsdag 
Bewegingsvaardigheden
- Hoe goed of hoe slecht beheerst het merendeel van de groep bepaalde vaardigheden of technieken?
- Welke eisen stel je aan de bewegingsvaardigheid?
Bewegingseigenschappen
- CLUKS Coördinatie, Lenigheid, Uithoudingsvermogen, Kracht en Snelheid 
(probeer in te schatten in hoeverre deze bewegingseigenschappen aanwezig zijn) 
Fase van het motorisch leerproces
- Welke fase bevindt de groep zich?
( aanleren, kleine correcties, herhalen)
Motorisch niveau

Slide 14 - Diapositive

Wat kan je beschrijven bij het motorische niveau?

Slide 15 - Carte mentale

Cognitief niveau
Voorbeeld:
deze klas 
Cognitief = verstandelijk; heeft te maken met de verwerking van informatie door de hersenen.
 
- Wat is de intelligentie van de SB-deelnemer?
-Hoe snel begrijpen ze de uitleg of de spelregels?
-Welke kennis van spelregels en regelementen hebben de SB-deelnemers?
-Hoeveel tactisch inzicht hebben de SB-deelnemers?
-Hoe is het bewegingsinzicht van de SB-deelnemers?
-Hoeveel ervaring heeft de groep met deze vaardigheid?
  Leeftijd en aanleg spelen altijd een rol!!

Slide 16 - Diapositive

Wat kan je beschrijven bij het cognitieve niveau?

Slide 17 - Carte mentale

Sociaal-affectief niveau
Voorbeeld:
Deze groep
- Persoonlijkheidskenmerken
( durf, openheid, faalangst, mentaliteit, normen en waarden)

- Motivatie
met welke motivatie stapt een SB-deelnemer jouw les binnen?
 Elke groep verschilt hierin!!
-Welke sfeer heerst er in de groep?
-Hoe is de samenwerking?
-Hoe is de communicatie?
- Is er sprake van groepjesvorming?
- Hoe is de relatie groep/lesgever?

Slide 18 - Diapositive

Wat kan je beschrijven bij het sociaal affectieve niveau?

Slide 19 - Carte mentale

Beginsituatie van het individu

Slide 20 - Diapositive

Letten op deelnemers met een opmerkelijk of opvallend, motorisch, cognitief of sociaal-affectief niveau
Zijn er deelnemers.....
* motorische beginsituatie
- die positief of negatief opvallen met hun bewegingseigenschappen?
- met lichamelijke aandoening, waardoor ze een beperking hebben?

* cognitieve beginsituatie
- die moeite hebben met verwerken van een opdracht? Extra aandacht nodig hebben bij de uitleg?
- die veel ervaring hebben met de vaardigheid of juist deelnemers met minder ervaring?

* sociaal-affectieve beginsituatie
- die speciale aandacht nodig hebben?
- met specifieke gedragsproblemen in de groep?
- die duidelijk de leiding nemen, of is er een zondebok?

Slide 21 - Diapositive

Beginsituatie van de lesgever

Slide 22 - Diapositive

Stil staan bij jezelf als lesgever. Hierdoor kun je daar zelf rekening mee houden tijdens je les.
Stel jezelf de vragen....
* motorische beginsituatie
- Hoe goed is mijn eigen algemene vaardigheid?
-Hoe goed kan ik zelf de beweging die ik wil aanleren?
- Heb ik zelf voldoende kennis van deze sport of beweging?

* cognitieve beginsituatie
- Hoe is mijn kennis van sport en bewegen in het algemeen?
- Wat weet ik van bepaalde bewegingsvormen af?
- Heb ik voldoende kennis van de methodische opbouw?
- Wat weet ik van trainingsprincipes?

* sociaal-affectieve beginsituatie
- Hoe gemotiveerd ben ik om deze SB-activiteit aan te bieden?
- Ben ik gericht op het resultaat, of is omgang met de groep belangrijker?
- Hoe kom ik over als ik voor de groep sta? 
Hoe presenteer ik mezelf ?

Slide 23 - Diapositive


-hoe goed ben ik met instrueren (uitleggen)?
-hoe goed ben ik in het veilig en efficiënt organiseren?
-hoe goed ben ik in snel aanpassen van de situatie?
Didactische beginsituatie van lesgever

Slide 24 - Diapositive

Beginsituatie van de randvoorwaarden

Slide 25 - Diapositive

timer
15:00
Vul zelf zo goed en volledig mogelijk een lesvoorbereiding in met een (kern)activiteit voor jouw sport.

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Tijd om te vergelijken:
aan de hand van de rubric neem je in tweetallen de lesvoorbereidingen door.
Kijk wat goed is (go) en wat je nog mist (no go).
timer
10:00

Slide 28 - Diapositive

Doelen les 2.2 Beginsituatie
  • Je weet waarvoor een lesvoorbereiding bedoeld is
  • Je weet wat er globaal op een lesvoorbereidingsformulier moet staan
  • Je hebt geoefend met het invullen van een lesvoorbereiding, waarbij:
       je de beginsituatie van de SB-deelnemers kunt beschrijven a.d.h.v. het               motorisch, cognitief en sociaal-affectief niveau
  • Je kunt de beginsituatie van jezelf als lesgever/ trainer beschrijven

Slide 29 - Diapositive

Je weet waarvoor een lesvoorbereiding bedoeld is
Je weet wat er globaal op een lesvoorbereidingsformulier moet staan
Je hebt geoefend met het invullen van een lesvoorbereiding, waarbij:
je de beginsituatie van de SB-deelnemers kunt beschrijven a.d.h.v. het
motorisch, cognitief en sociaal-affectief niveau
Je kunt de beginsituatie van jezelf als lesgever/ trainer beschrijven
010

Slide 30 - Sondage

Volgende les
  • Thema 3 Doelstellingen 
  • Werken aan je lesvoorbereiding

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Belangrijke begrippen deze les
Bewegingseigenschappen = 5 basiskenmerken die de lichamelijke toestand van iemand weergeven (CLUKS: coördinatie, lenigheid, uithoudingsvermogen, kracht en snelheid).
Concreet = tastbaar/ duidelijk
Randvoorwaarden = De eisen waaraan voldaan moeten worden om iets goed te laten verlopen.
(Beschikbare tijd, de ruimte/ accommodatie en de materialen/ hulpmiddelen.

Slide 33 - Diapositive

Belangrijke begrippen deze les
Sociaal affectief = Heeft te maken met de ontwikkeling van het gevoelsleven, houdingen, relaties, sociale vaardigheden en communicatieve vaardigheden
Motorisch = Hiermee bedoelen we zowel de beheersing van bewegingsvaardigheden (lopen, springen, werpen enzovoort) als de bewegingseigenschappen (lenigheid, kracht, snelheid, uithoudingsvermogen, coördinatie)
Cognitief = Hiermee wordt het deel van het gedrag bedoeld dat te maken heeft met het denken, het verstand. Het gaat hierbij zowel om kennis als om inzicht. Geheugen, concentratie en waarneming zijn eveneens cognitieve functies en behoren tot het cognitieve gedrag van mensen.

Slide 34 - Diapositive