jeudi, le 31 janvier

Bonjour a2a/a3a
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Bonjour a2a/a3a

Slide 1 - Diapositive

Qu'est-ce qu'on va faire?


  • objectifs
  • parler
  • grammaire C + H
  • level 3

Slide 2 - Diapositive

Objectifs
Spreekvaardigheid:
Ik kan vragen stellen en antwoord geven op vragen rondom het thema 'mijn idool' / 'school'.

Ondersteunende vaardigheden:
Ik begrijp hoe je de toekomende tijd gebruikt.
Ik begrijp hoe je vragen stelt in het Frans.
.


Slide 3 - Diapositive

parler - interviews
Sujet: la vie scolaire
-Faites des couples.
-Notez 6 questions sur le sujet.
-Faites un interview

Slide 4 - Diapositive

grammaire C + H

Slide 5 - Diapositive

Futur

toekomende tijd

2 vormen: futur proche  /  futur simple

Slide 6 - Diapositive

Futur proche

vorm van aller + heel werkwoord

je                vais        manger 

tu                vas         nager

il / elle / on va        faire du shopping

nous        allons     faire du tennis

vous         allez       vendre la maison

ils / elles vont       finir leurs devoirs

Slide 7 - Diapositive

Futur simple

heel werkwoord + uitgang

je                            travailer ai

tu                           parler as

il / elle / on        donner a

nous                    nager ons

vous                    écouter ez

ils / elles            regarder ont 

Slide 8 - Diapositive

Futur simple - uitzonderingen

être         -  ser         ->  je serai

avoir        -  aur       -> tu auras 

faire        -   fer        ->  il fera

aller        -    ir          -> nous irons

pouvoir -  pourr   -> vous pourrez

vouloir  -   voudr   ->  ils voudront

venir      -   viendr  ->  je viendrai

devoir   -   devr     ->   tu devras

Slide 9 - Diapositive

poser des questions

Slide 10 - Diapositive

Regel
Als je een vraag wilt formuleren:
  1.  Mag je van de    .    een    ?    maken.
  2.  Kun je de zin met est-ce que beginnen.   
  3. Mag je onderwerp en persoonsvorm omkeren                   (alleen bij je/tu/il/elle/on/nous/vous/ils/elles)           

Slide 11 - Diapositive

Let op
Est-ce que tu as un frère? 
Est-ce qu'il a un frère?    

As-tu un frère?   
A-t-il un frère?       

Slide 12 - Diapositive

Vraagwoorden
quand
qui
comment
que
    

Slide 13 - Diapositive

Vraagzin met vraagwoord

  1.     Tu vas en Italie quand?
  2.     Quand est-ce que tu vas en Italie?
  3.     Quand vas-tu en Italie?

Slide 14 - Diapositive

Regel
  1.     Vraagwoord achteraan.
  2.     Vraagwoord vooraan gevolgd door est-ce       que.
  3.     Vraagwoord vooraan gevolgd door                       inversie.

Slide 15 - Diapositive

Het vraagwoord quel
 quel        ->  verandert mee met het znw waar het bij hoort

mnl ev    ->    quel
vrl    ev    ->     quelle
mnl mv  ->     quels
vrl    mv  ->     quelles  

Slide 16 - Diapositive

Het vraagwoord quel
        quel / quelle / quels / quelles   +   vorm van être  =  wat

Quelle est ta matière préférée?  =  Wat is je lievelingsvak?
Quel est ton plat préféré?              =  Wat is je lievelingsgerecht?
Quels sont vos hobbys?                =  Wat zijn uw hobbys?

                  In alle andere gevallen betekent het welke.

Slide 17 - Diapositive

Maak een vraagzin:
Vous habitez en France.

Slide 18 - Question ouverte

Maak een vraagzin. Gebruik 'quand'
Tu fais du volley.

Slide 19 - Question ouverte

Vertaal:
Wat is jouw naam? (=le nom)

Slide 20 - Question ouverte

Zet in de futur:
Nous habitons en France.

Slide 21 - Question ouverte

Zet in de futur:
J'ai quinze ans en décembre.

Slide 22 - Question ouverte

Level 3
leren zinnen D + grammatica C
maken opdr onder Lire

Slide 23 - Diapositive

Objectifs
Spreekvaardigheid:
Ik kan vragen stellen en antwoord geven op vragen rondom het thema 'mijn idool'/ 'school'.

Ondersteunende vaardigheden:
Ik begrijp hoe je de toekomende tijd gebruikt.
Ik begrijp hoe je vragen stelt in het Frans.
.


Slide 24 - Diapositive