theatergenres

Theater
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Theater

Slide 1 - Diapositive

Definitie voor theater
 Vuistregel:
A (re)presenteert          B terwijl         C toekijkt.

1. Maker en kijker zijn tegelijk aanwezig.
2. Theater vindt plaats in de tijd en ruimte van het hier en nu.
3. Theater is niet te herhalen: elke voorstelling is anders.

Slide 2 - Diapositive

1) Is dit theater? - waarom wel / niet?

Slide 3 - Diapositive

2) Is dit theater? - waarom wel / niet?

Slide 4 - Diapositive

4) Is dit theater? - waarom wel / niet?

Slide 5 - Diapositive

5) Is dit theater? - waarom wel / niet?

Slide 6 - Diapositive

5) Is dit theater? - waarom wel / niet?

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Diapositive

Theaterstijlen

  • Cabaret
  • Locatietheater
  • Bewegingstheater
  • Muziektheater
  • Teksttoneel

Slide 10 - Diapositive

Cabaret

  • Humor
  • Cabaretvoorstellingen: komedie/zang/dans/theater door elkaar
  • Korte fragmenten (sketches)
  • Alledaagse onderwerpen
  • Maatschappij-kritisch 
  • Vaak zelfspot

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Locatietheater
  • Niet in theatergebouw of openluchttheater
  • Vaak buiten: strand, bos, industrieterrein, treinstation
  • Plek-afhankelijk
  • Locatie versterkt verhaal

Slide 13 - Diapositive

Muziektheater
  • Opera/musicals
  • Muzikaal theater
  • Muziek en theater komen samen
  • Muziek inzetten om een verhaal te vertellen
  • Samen met andere componenten: dialoog / monoloog / zang / dans / drama / regie

  • Verschillende verschijningsvormen
Vb. Zoutmus: de rockband zonder boodschap

Slide 14 - Diapositive

Bevegingstheater

Slide 15 - Diapositive

Teksttoneel
  • Veel theater start vanuit een tekst
  • Tekst als belangrijkste component
  • Nieuwe of bestaande theatertekst
  • William Shakespeare als eerste moderne toneelschrijver
  • Invloed van zijn toneelteksten terug te zien in onze samenleving

Slide 16 - Diapositive

onderzoek naar een genre
Jullie gaan in drietallen een klein onderzoek doen naar één theatergenre.
Dat onderzoek leidt tot een korte presentatie aan de klas over dit genre.
Wat presenteer je?
De kenmerken en subgenres van dit genre 
 minimaal één duidelijk videofragment
hoe?
powerpoint of prezi
wanneer?
begin les 19 maart


Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Welk theatergenre was dit?
A
Locatie theater
B
Kleinkunst
C
Musical
D
Teksttheater

Slide 19 - Quiz

Welk theatergenre was dit?
A
Muziektheater
B
Jeugdtheater
C
Musical
D
Teksttheater

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Vidéo

Hoe noemen we deze vorm van theater?
A
Kleinkunst
B
Muziektheater
C
Cabaret
D
Musical

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Vidéo

Welk theatergenre zag je hier?
A
Muziektheater
B
Musical
C
Teksttoneel
D
Kleinkunst

Slide 24 - Quiz

Wat hoort waar?
Acteurs, regiseur, podium

Slide 25 - Diapositive

En achter de schermen, wat hoort waar?
Podium licht, geluid

Slide 26 - Diapositive

Waarom zit de geluidtechnicus in het publiek?

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Slide 29 - Vidéo

Slide 30 - Vidéo