wk 6: spelling: bezitsvorm / herhaling verkleinwoorden en ww-spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Les 1

Terugblik

Spelling:

• Je kent de regels achter het verkleinwoord
• Je hebt in de vorige les geoefend met de regels van de bezitsvorm en kent al enkele regels.

Spelling

• We oefenen met en herhalen de regels van het verkleinwoord
• We herhalen en oefenen met de regels van de bezitsvorm.
• We oefenen met de werkwoordspelling en de tussenletter in samenstellingen.

Vul de goede bezitsvorm in:
.....(Wies) verhaal

Vul de goede bezitsvorm in:
.....(Anne) USB-stick

Vul de goede bezitsvorm in:
.....(Rutte) kabinet

Vul de goede bezitsvorm in:
.....(Pelle) bagagedrager

Vul de goede bezitsvorm in:
.....(Den Bosch) marktplein

Vul de goede bezitsvorm in:
.....(Leah) pony

Vul de goede bezitsvorm in:
.....(Carré) garderobe

Vul de goede bezitsvorm in:
.....(Davy) tip

Vul de goede bezitsvorm in:
.....(Kaj) terriër

Vul de goede bezitsvorm in:
.....(Esmée) appel

Vul de goede bezitsvorm in:
.....(chocola) positieve effect

Vul de goede bezitsvorm in:
.....(Maurice) gitaar

Extra uitleg + opdrachten maken

Verkleinwoord

In break-out  room 1 worden deze regels kort herhaald

Opdrachten:

          

         blz. 294 opdr 1 maken.

         spelling - blok 4 t/m 6 - oefentoetsen - oefentoets 1

Afsluiting 1 vwo

Huiswerk volgende les:

Oefentoets 1 is gemaakt. Een foto van je schrift staat in Google classroom.

Les 2

Terugblik

Spelling:

• Je hebt geoefend met de regels achter de bezitsvorm en het verkleinwoordje.
  
• Je hebt een oefentoets gemaakt en merkt welke stof je op dit moment lastig vindt.

Spelling

• Aan de hand van de gemaakte oefentoets stel je vast met welke onderdelen je nog extra zelf moet oefenen. 

Oefentoets 1 nakijken

Je kijkt zelf je eigen toets na en stelt vragen over onderdelen die lastig gingen.

Schrijven

1. Je kunt het schrijven van een informerende tekst voorbereiden
2. Je kunt het onderwerp en de deelonderwerpen voor je tekst bepalen.

Je onderwerp is: voetbal. Over welke deelonderwerpen kun je iets gaan vertellen?

Over welk onderwerp wil jij gaan schrijven?

Informerende tekst

Doel: informeren

Kenmerken: objectief, controleerbaar, geen mening

Publiek: leeftijdsgenoten

aantal woorden: minimaal 400

Opdracht in tweetallen

• Bepaal samen een onderwerp voor je informerende tekst
• Zet een schrijfplan in elkaar (zie vorige dia)
• Maak afspraken wie welk deelonderwerp uitwerkt
• Werk in een document waarin beiden kunnen bewerken

Afsluiting 1 vwo

Huiswerk volgende les:

Het schrijfplan voor je informerende tekst is af.