8.1.3 Instructie: schema en tabel

• Informatievaardigheden
• Basisschool
• Groep 8

Doel van de les

- Ik kan het verschil aangeven tussen een schema en een tabel

- ik kan de informatie aflezen uit een schema of een tabel.

- ik kan de onderdelen van een tabel benoemen.  

Doel schema of tabel

Je kunt er snel en overzichtelijk informatie in opzoeken.

Je hoeft niet eerst een lange tekst te lezen waaruit de de benodigde informatie moet halen. 

Verschil schema en tabel

Schema's en tabellen zorgen ervoor dat informatie kort en overzichtelijk wordt weergegeven. Het verschil tussen een schema en een tabel zit in de informatie die je eruit af kunt lezen. 

tabel: bevat meestal informatie over aantallen, afstanden of tijden.
(cijfers of getallen)

schema: hierin staat vaak geschreven informatie.

Voorbeeld van een schema

Voorbeeld van een tabel

Hoofdmodel tabel

Er zijn verschillende soorten tabellen, maar eigenlijk zien ze er allemaal hetzelfde uit. 

begrippen uitgelegd

Tabeltitel: vertelt waar de tabel over gaat.

Kolom: akjes die onder elkaar staan.(bijv. kolom A, kolom B)

Rij: vakjes die naast elkaar staan (bijv. rij 1, rij 2)

Cel: elk vakje waarin informatie staat (bijv A1,B2)

Titelrij: de bovenste rij met de titels van de kolommen.

Titelkolom: de eerste kolom met de titels van de rijen.

Maak nu de opdracht 1 op papier en maak,
als je 'm klaar hebt
een foto en plaats 'm hier.

Afstandstabel

In een afstandstabel worden afstanden tussen plaatsen overzichtelijk weergegeven. 

Maak nu de opdracht 2 op papier en maak,
als je 'm klaar hebt
een foto en plaats 'm hier.

Functie tabel

In een tabel kunnen ook jaartallen met aantallen snel overzichtelijk gemaakt worden. Je kunt in zo'n tabel snel zien of aantallen oplopen, teruglopen of gelijk blijven. Ook verschillen zijn snel af te lezen. 

Maak nu de opdracht 3 op papier en maak,
als je 'm klaar hebt
een foto en plaats 'm hier.

Begeleide inoefening

Voor de volgende opdrachten heb je het bronnenblad schema's en tabellen nodig. 

B1 = Bron 1

B2 = Bron 2

B1: Welke kinderen in groep 8 van basisschool De Groene Kikker zijn 13 jaar oud?

B1: Wie is het jongst in groep 8?

B1: Hoe oud is Merel?

B1: Hoeveel kinderen zijn er 11 jaar oud?

B1: En hoeveel 12 jaar?

B1: Zijn er jongens van 10 jaar oud?

1. ja
2. nee

B1: Zijn er jongens van 13 jaar oud?

1. ja
2. nee

B1: Hoe oud zijn de meeste kinderen in deze klas?

B2: Hoeveel water wordt er volgens de tabel om half elf 's avonds gebruikt?

Op welke tijdstippen wordt er 2200 m3 water per uur verbruikt?

B2: Rond welke tijd wordt er het minste water verbruikt?

B2: Om acht uur begint een spannende film. Hoe laat was het eerste reclameblok?

B3: Welke informatie staat in de titelkolom?

1. proefwerken en vrijetijdsbesteding
2. Weekschema Evelien Brouwer 11 t/m 15 oktober
3. dagen van de week
4. activiteiten

B3: Op welke dag heeft Evelien een geschiedenisproefwerk?

B3: Op welke dagen heeft ze de minste proefwerken?

B3: Wat doet Evelien op donderdag in haar vrije tijd?

B3: Op welke dag heeft ze het meeste te doen?

B4: Wat is de tabeltitel?

1. Melkveehouderij in Nederland
2. melkveebedrijven
3. jaartallen
4. 1994, 2004, 2007

B4: Hoeveel koeien waren er in 2004 in Nederland?

B4: In welke jaar was de melkproductie per koe het laagst?

B4: Hoeveel melk leverde de melkveehouderij in 2007 op?

B4: Wat kun je afleiden uit de tabel over de grootte van de melkveebedrijven van 1994 tot 2007?

1. neemt af
2. neemt toe
3. blijft gelijk

Welk cijfer geef je jezelf nu voor
het lezen van schema's en tabellen.

Bedankt voor je inzet.

• Schuif je stoel aan
  
• Ruim je spullen op
  
• Verlaat het lokaal rustig