HAVO 1.4 Kopen en betalen

Wat is chartaal geld?
timer
1:00
A
Alle briefjes en munten
B
Spaarrekening
C
Bankrekening
D
Bitcoin
1 / 13
suivant
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wat is chartaal geld?
timer
1:00
A
Alle briefjes en munten
B
Spaarrekening
C
Bankrekening
D
Bitcoin

Slide 1 - Quiz

Wat is directe ruil?
timer
1:00
A
Ruilen zonder geld
B
Ruilen met geld

Slide 2 - Quiz

Wat is giraal geld?
timer
1:00

Slide 3 - Question ouverte

Noem de drie functies van geld
timer
1:00

Slide 4 - Question ouverte

Ruilen
Directe ruil of indirecte ruil?

Slide 5 - Diapositive

timer
1:00
Het bedrag op je
bankrekening heet??

Slide 6 - Carte mentale

Hoe heet een negatief saldo op je rekening?
timer
1:00

Slide 7 - Question ouverte

timer
1:00
Welke manieren om te betalen zijn er?

Slide 8 - Carte mentale

Aan- en verkoop buitenlands geld
In eurolanden kun je op dezelfde manieren betalen en geld opnemen als in Nederland. 
In andere landen niet en moet je gaan wisselen.
Daarvoor heb je een wisselkoers nodig. Dit is de waarde van een valuta uitgedrukt in een andere valuta.

Slide 9 - Diapositive

Betalen in het buitenland
Stel dat je $300 dollars hebt en deze terug wilt wisselen in euro's.
€1 = $1,20

$300 / 1,20 =  €250,-

Slide 10 - Diapositive

Farid gaat in augustus naar Marokko. Hij was geslaagd en kreeg van zijn ouders een vlucht naar Agadir als cadeau. Hij koopt op 10 augustus bij zijn bank dirhams voor een bedrag van € 540,- inclusief transactiekosten. De bank berekent € 4,02 aan transactiekosten.
Koers € 1,- = MAD 8,9387.
Hoeveel Marokaanse dirhams ontvangt Farid?

Slide 11 - Question ouverte

Opdracht
Lees bladzijde 29 tot en met 31 snel door en daarbij even goed voorbeeld 1.8.
Maak daarna voor zover mogelijk opgave 1.16 tot en met 1.20 in de les. Anders is het huiswerk voor de volgende keer.

Slide 12 - Diapositive

Wat vonden jullie van een les op deze manier?

Slide 13 - Question ouverte