7. Economische ontwikkelingen

7.Economische ontwikkeling 
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

7.Economische ontwikkeling 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 

• Je kent het verschil tussen landbouw, industrie en diensten.
• Je kunt met het soort werk wat mensen doen bepalen hoe ontwikkeld een land is.

Slide 2 - Diapositive

Beroepsbevolking 
Beroepsbevolking = de groep mensen in een land die betaald werk heeft of er naar zoekt (15 en 65 jaar). 
  1. landbouw =  primaire sector 
  2. industrie = secudaire sector 
  3. diensten = tertiaire sector 

Slide 3 - Diapositive

dokter
fruitteler
pottenbakker

schaapsherder
sigarenmaker
telefonist
visser
wever

Slide 4 - Question de remorquage

Beroepsbevolking in rijke landen
Mensen maken veel gebruik van diensten. We verdienen geld genoeg om andere mensen het werk te laten doen. 
In rijke landen is de dienstensector het grootst. 
Wat heb je hiervoor nodig:
  • goed onderwijs
  • geld voor innovaties/nieuwe ideeën 

Slide 5 - Diapositive

Maar vroeger waren we arm
Toen werkten veel meer mensen in de landbouw. 
  • We waren nog niet allemaal hoog opgeleid.
  • We verdienden nog niet heel veel geld
  • Deden heel veel zelf


Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Beroepsbevolking armste landen
Landbouwbedrijven zijn klein en zelfvoorzienend.
Zelfvoorzienend = 
Er zijn ook grote commerciele bedrijven --> van rijke bedrijven in het buitenland
Veel produceren voor het buitenland 

Slide 8 - Diapositive

Informele sector
Lijkt op werken in de dienstensector, maar dat is het niet. 
Kenmerken:
  • geen opleiding nodig
  • geen vergunning voor gegeven
  • vluchtsector 
  • geen machines
  • hard werken voor een beetje €
  • ziek = geen €

Slide 9 - Diapositive

Begrippen
• Beroepsbevolking
• Primaire sector
• Secundaire sector
• Tertiaire sector
• Zelfvoorzienend
• Commerciële landbouwbedrijven
• Informele sector


Slide 10 - Diapositive

Wat moet je nu kunnen en kennen? 
Je moet alle begrippen kunnen uitleggen. 
Je moet de lesdoelen kunnen beantwoorden.
Je moet een samenvatting of een mindmap kunnen maken.

Slide 11 - Diapositive