Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Paso Adelante 2 - Hoofdstuk 3
Bijvoeglijke naamwoorden
Bijvoeglijke naamwoorden - Hoeveelheid
Slide 1 - Diapositive
Mannelijke vorm
Vrouwelijke vorm
alto
alta
bajo
baja
inteligente
inteligente
azul-
azul-
voor het meervoud voeg een "s" toe!
[of "es" als het woord eindigt met een medeklinker]
Slide 2 - Diapositive
BN = Volgorde in de zin
El pelocastaño
Los ojosazules
La chicasimpática
Las zapatillasrojas
Slide 3 - Diapositive
BN = Hoeveelheid
mucho
mucha
veel
poco
poca
weinig
demasiado
demasiada
te veel
medio
media
halve
otro
otra
andere
voor het meervoud voeg een "s" toe!
Slide 4 - Diapositive
BN = Volgorde in de zin
Bijvoeglijke naamwoorden die te maken hebben met hoeveelheid staan vóór de zelfstandig naamwoord.
Tengo mucho pelo
Tienes muchos pantalones
Tengo demasiados deberes
Compras pocas bananas
Slide 5 - Diapositive
Kies de juiste bijvoeglijke naamwoord voor:
el jugador... [pequeño = klein]
timer
0:30
A
pequeño
B
pequeña
C
pequeños
Slide 6 - Quiz
Kies de juiste bijvoeglijke naamwoord voor:
los pantalones... [azul = blauw]
timer
0:30
A
azul
B
azules
C
azulos
Slide 7 - Quiz
Kies de juiste bijvoeglijke naamwoord voor:
los ojos... [bruin = marrón]
timer
0:30
A
marrón
B
marrones
C
marronas
Slide 8 - Quiz
Kies de juiste bijvoeglijke naamwoord voor:
el vestido... [kort = corto]
timer
0:30
A
corta
B
corto
C
cortos
Slide 9 - Quiz
Kies de juiste bijvoeglijke naamwoord voor:
las gafas... [barato = goedkoop]
timer
0:30
A
barato
B
baratas
C
barata
Slide 10 - Quiz
Kies de juiste bijvoeglijke naamwoord voor:
la ropa... [ sportief = deportivo]
timer
0:30
A
deportiva
B
deportivo
C
deportivas
Slide 11 - Quiz
Kies de juiste bijvoeglijke naamwoord voor:
Tengo ... ropa deportiva [ sportief = deportivo]
timer
0:30
A
mucho
B
mucha
C
muchas
Slide 12 - Quiz
Kies de juiste bijvoeglijke naamwoord voor:
Tengo ... kilo de bananas
timer
0:30
A
medio
B
media
C
medias
D
medios
Slide 13 - Quiz
Is de zin juist? Yo entreno hora media (ik train een half uur)
timer
0:30
JA
NEE
Slide 14 - Sondage
Is de zin juist? Tengo demasiada tarea (ik heb te veel huiswerk)
timer
0:30
JA
NEE
Slide 15 - Sondage
Is de zin juist? Quiero falda otra (Ik wil een andere rok)
timer
0:30
JA
NEE
Slide 16 - Sondage
Plaats de woorden in de juiste volgorde:
rubio - pelo - tiene - mucho
Slide 17 - Question ouverte
Plaats de woorden in de juiste volgorde:
practica - deportes - demasiados
Slide 18 - Question ouverte
Plaats de woorden in de juiste volgorde:
media - mañana - una
Slide 19 - Question ouverte
Plaats de woorden in de juiste volgorde:
pocas - tengo - rojas - camisetas
Slide 20 - Question ouverte
Plaats de woorden in de juiste volgorde:
quiero - zapatillas - otras - marrones
Slide 21 - Question ouverte
Vertel in minimaal 3 zinnen wat voor kleding je hebt in je kast met behulp van: - de woordenlijst in het werkboek (bdz. 121) - de presentaties in de studiewijzer - Google translate - Gebruik het werkwoord "Tener" (hebben).