Woordenschat H4 les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Woordenschat H4

Woorden met meerdere betekenissen

Lesdoelen

* Je leert nieuwe moeilijke woorden.

*Je leert de betekenis van woorden met meerdere betekenissen afleiden uit een tekst.

* Je kunt de juiste betekenis in een woordenboek opzoeken.

Homoniem=

Een woord met meerdere betekenissen.

Noem een woord met meerdere betekenissen

Woorden met meerdere betekenissen in een tekst.

Lees de tekst goed, want vaak kun je aan de rest van de tekst zien welke betekenis wordt bedoeld. Bijvoorbeeld:

– De juryleden prijzen de winnaar. Ze vinden het vooral knap dat hij het lied zelf geschreven heeft.

Prijzen is hier niet het meervoud van prijs (hoeveel iets kost of iets wat je kunt winnen).

Prijzen is hier een werkwoord dat betekent: zeggen dat iemand of iets heel goed is.

Opzoeken in een woordenboek

Als je een (online)woordenboek gebruikt, moet je goed kijken welke betekenis in de zin past. Je leest dit in het woordenboek:

alternatief = 1 andere mogelijkheid; 2 anders dan anders, apart

– Als er veel files staan, is de trein een goed alternatief voor de auto. = betekenis 1

– Ik vind het wel leuk dat Laura zich zo alternatief kleedt. = betekenis 2

Een woord met meerdere betekenissen is een:

1. Antoniem
2. Synoniem
3. Homoniem
4. Acroniem

Wat is geen homoniem?

1. bank
2. muis
3. telefoon
4. meer

Homoniem of niet?
Kussen

1. Ja
2. Nee

‘Homoniemen:

In de krant staat een artikel met als KOP: hond redt kat.

KOP is een homoniem. Wat betekent kop in deze zin?

1. hoofd van een dier
2. drinkbeker
3. titel van een tekst

Wat is GEEN homoniem voor 'toets'?

1. proef
2. indrukbaar 'blokje'
3. kleed

Soms zijn er meerdere betekenissen bij een woord? Hoe weet je of je de goede betekenis hebt?

1. Je moet kijken in de tekst welke betekenis het beste past.
2. De eerste betekenis komt het meest voor, die is bijna altijd goed
3. Je moet gewoon gokken
4. Dit kun je eigenlijk nooit weten

Wat zijn de homoniemen?
(2 antwoorden mogelijk)

1. 
2. 
3. 
4. 

Aan het werk

Woordenschat H4

bladzijde 102

opdracht 1 en 2 maken

Quiz

Het aantal goede antwoorden bepaalt welke huiswerkopdrachten je gaat maken. Doe je best! 

Houd goed bij hoeveel vragen je goed hebt! Dit moet je straks weten.

De quiz gaat over de moeilijke woorden van dit hoofdstuk.

Welk woord past op de puntjes?
Mijn ..... is om de award te winnen.

1. delegatie
2. amputatie
3. missie
4. inspiratie

Wat betekent delegatie?

1. een groep mensen die namens een grotere groep komt
2. een belangrijke groep mensen
3. een kleine groep mensen

Noteer de juiste vorm van het woord.
opgeleverd - Als je hard werkt, zal dat altijd wat ........

Een prothese is een kunststof lichaamsdeel dat het echte vervangt.

1. Waar
2. Niet waar

Wat is het tegengestelde van: consument?

1. winkelier
2. producent
3. klant
4. student

mogelijkheid

bijzondere opdracht

een lichaamsdeel afzetten

buitengewoon, geweldig

zonder te letten op

de optie

de missie

amputeren

fenomenale

ongeacht

Beschrijf in je eigen woorden wat diversiteit betekent

Huiswerk

Hoeveel vragen had je goed van de quiz?

0-3 goed --> maak opdracht 1 - 3 - 4

4-6 goed --> maak opdracht 1 en 2

Woordenschat H4 bladzijde 102

Extra informatie

Iets opzoeken in een woordenboek, hoe doe je dat?

* Het is belangrijk dat je het alfabet goed kent.

* Je let altijd op de eerste letter, daarna ga je naar de tweede letter kijken om het woord te vinden.

* Zit de letter in het midden van het alfabet, zoek dan ook middenin het woordenboek.

Door deze lesactiviteiten heb ik mijn woordenschat vergroot.

😒🙁😐🙂😃