7 BS 3 beenverbindingen

Thema 7 
BS 3 Beenverbindingen
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 7 
BS 3 Beenverbindingen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

lesdoelen
  • Je kunt verschillende beweeglijke en onbeweeglijke verbindingen noemen
  • Je kent de onderdelen van een gewricht en kunt de functies toelichten 
  • Je kunt uitleggen welke typen gewrichten er zijn en hierbij voorbeelden noemen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

lesplanning
  • Wat weten we nog? Korte herhaling BS 1 en BS 2
  • Uitleg over beenverbindingen en gewrichten
  • Kort terugblikken met een quizje/ lesdoelen gehaald?
  • werken in BVJ online, maken BS 3 (huiswerk voor na de vakantie afhebben t/m BS 3)

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

deel van het skelet dat bestaat uit de schouderbladen en de sleutelbeenderen
deel van het skelet dat bestaat uit de borstwervels, de ribben en het borstbeen
deel van het skelet dat bestaat uit de heupbeenderen en het heiligbeen
schoudergordel
borstkas
bekken

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de functies van het skelet?
A
Beweging, vorm, lenigheid, stevigheid
B
Vorm, bescherming, stevigheid, beweging
C
Bescherming, kracht, lenigheid, beweging
D
Vorm, bescherming, kracht, stevigheid

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe komt het dat het skelet van baby nog zo flexibel is?
Het skelet bestaat voornamelijk uit
A
Kraakbeenweefsel
B
Botweefsel

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Skelet
Uit hoeveel botten bestaat het skelet van een volwassene?
A
106
B
206
C
176
D
236

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In de afbeelding zie je een schematische tekening van het
skelet van de mens. Een aantal botten is genummerd.

Wat is aangegeven met nummer 18?

A
Halswervels
B
Borstwervels
C
Heiligbeen
D
Lendewervels

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


In de afbeelding zie je een schematische tekening van het skelet van de mens. Een aantal botten is genummerd.

Wat is aangegeven met nummer 22?
A
Dijbeen
B
Scheenbeen
C
Heupbeen
D
Bovenbeen

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hiernaast is het skelet van een hond getekend. De namen van de botten van een hond zijn hetzelfde als bij de mens.

Wat is de naam van het bot dat is aangegeven met de letter P?
A
Halswervel
B
Staartwervel
C
Borstwervel
D
Lendenwervel

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Je ziet een gedeelte van het skelet van de mens.
Wat stellen de nummers 3 en 6 voor?
A
3 = spaakbeen 6 = middenhandsbeentjes
B
3 = ellepijp 6 = handwortelbeentjes
C
3 = spaakbeen 10 = handwortelbeentjes
D
3 = ellepijp 10 = middenhandsbeentjes

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je ziet een gedeelte van het skelet van de mens.
Wat stellen de nummers 8 en 10 voor?
A
8 = spaakbeen 10 = middenhandsbeentjes
B
8 = spaakbeen 10 = handwortelbeentjes
C
8 = ellepijp 10 = middenhandsbeentjes
D
8 = ellepijp 10 = handwortelbeentjes

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kijk naar de tekening van het skelet van een Caraïbische zeekoe. In vergelijking met het skelet van een mens ontbreken er bij een zeekoe botten.
Welk bot ontbreekt bij de zeekoe?
A
Schouderblad
B
Opperarmbeen
C
Rib
D
Dijbeen

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor soort ganger is een olifant?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De kat is een ......ganger

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Kraakbeen weefsel
Been/bot weefsel

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je een bot in zoutzuur legt
A
Lost lijmstof op waardoor het makkelijk breekt
B
Lost kalkzout op waardoor het makkelijk breekt
C
Lost lijmstof op waardoor het makkelijk buigt
D
Lost kalkzout op waardoor het makkelijk buigt

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de onderdelen naar het juiste plaatje
Vooral
kraakbeen-weefsel
Botten met
weinig lijmstof en veel
kalk
Botten met veel lijmstof en weinig kalk
Buigzaam skelet
Breekbaar skelet

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Beenverbindingen
Botten in je lichaam zitten aan elkaar vast. Dit noem je de beenverbindingen. Er zijn vier soorten beenverbindingen. Sommige zijn beweegbaar, andere niet. 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De beenverbindingen

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De bouw van een gewricht

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Typen gewrichten

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Typen gewrichten

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Typen gewrichten:

Slide 24 - Diapositive

laat schouders draaien
Welk gewricht?
Laat armen/benen bewegen
Welk gewricht?
rolgewricht

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Was mijn uitleg duidelijk voor jou?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

In de afbeelding is een deel van het skelet van de mens schematisch getekend.
Welke verbinding is er tussen de delen 1 en 2 in de afbeelding?
A
Botten zijn vergroeid
B
Een gewricht
C
Een naad
D
Kraakbeen

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor beenverbinding is de knie?
A
Kraakbeenverbinding
B
Vergroeid
C
Gewricht
D
Naden (naadverbinding)

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je deze beenverbinding?
A
Gewricht
B
Vergroeid
C
Kraakbeen
D
Naad

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In de afbeelding zijn enkele beenverbindingen getekend. Bij welke van deze beenverbindingen is de minste beweging mogelijk?
A
Bij 1
B
Bij 2
C
Bij 3

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke beenverbindingen zijn beweeglijk
A
1, 2 en 3
B
1 en 2
C
2 en 3
D
1 en 3

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar zorgen de kapselbanden voor?
De kapselbanden zorgen ervoor dat...
A
het gewricht minder snel slijt
B
het gewricht soepel kan bewegen
C
de botten in het gewricht op hun plek blijven

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

lesdoelen
  • Je kunt verschillende beweeglijke en onbeweeglijke verbindingen noemen
  • Je kent de onderdelen van een gewricht en kunt de functies toelichten 
  • Je kunt uitleggen welke typen gewrichten er zijn en hierbij voorbeelden noemen

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik heb de lesdoelen behaald:
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

terugblik
We hebben het gehad over botten: het skelet van de mens, de functies van het skelet, de typen beenderen, de vorm van de poten (soorten gangers) en de functies daarvan, kraakbeenweefsel en beenweefsel en kenmerken van deze typen weefsel, (on)beweeglijke beenverbindingen, en bouw en typen gewrichten. (T 7 BS 1, 2 en 3)

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vooruitblik
Na de vakantie gaan we verder over spieren: spierstelsel, bouw van de spieren, antagonisten, houding en beweging (samenwerking tussen botten en spieren), blessures en blessures voorkomen. (T 7 BS 4, 5 en 6)
Thema 4 BS 1 t/m 4 en thema 7 BS 1 t/m 6 vormen samen de volgende PTA-toets (eind maart)

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

huiswerk
Na de vakantie heb je BS 1 t/m 3 af.

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions