Thema 6 BS 4 Piramides

6.4 Piramides
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

6.4 Piramides

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
Je kunt omschrijven wat piramides van aantallen en van  biomassa weergeven
Je weet wat biomassa is.

Slide 2 - Diapositive

Omschrijf deze voedselketen:
De plantjes worden gegeten door de sprinkhanen, reigers eten kikkers en de kikkers eten de sprinkhanen.

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive

Piramide van aantallen

met andere woorden:
Geeft weer uit hoeveel organismen een schakel in de voedselketen  bestaat.
Is niet altijd een piramidevorm

Slide 5 - Diapositive

2 voorbeelden

Slide 6 - Diapositive

2 Piramides schematisch weergegeven

Slide 7 - Diapositive

Waar verwacht je een piramide van aantallen die GEEN piramide vorm heeft?
A
Bos
B
Weiland

Slide 8 - Quiz

Piramide van biomassa
Biomassa= het totale gewicht van alle energierijke stoffen in een organisme (koolhydraten / eiwitten / vetten)

Slide 9 - Diapositive




 

- hoeveel biomassa per
   schakel...
- elke schakel is lichter...
Piramide van biomassa

Slide 10 - Diapositive

Elke schakel heeft energieverlies door:
- verbranding( bijvoorbeeld voor: warmhouden,  voor beweging, etc.)
-uitscheiding (uitwerpselen)
- afgestorven onderdelen

Slide 11 - Diapositive

Piramide van biomassa
heeft altijd:
een piramidevorm
(Want per schakel gaat
er energie verloren)

Slide 12 - Diapositive

Waarom heeft piramide van biomassa altijd een piramide vorm
A
Er zijn meer predatoren
B
Er zijn altijd meer producenten
C
Er gaat per schakel energie verloren

Slide 13 - Quiz

De organismen in een bepaald ecosysteem kunnen worden weergegeven in een piramide van biomassa met vier lagen:
1 kg, 20 kg, 400 kg en 40 000 kg.
Hoeveel kg is de biomassa van alle planteneters samen in dit ecosysteem?



A
1 kg
B
20 kg
C
400 kg
D
40.000 kg

Slide 14 - Quiz

Van het schema hieronder kan een piramide van biomassa worden gemaakt. Welke organismen horen bij laag S in de afbeelding hiernaast?
A
bamboeplanten
B
panda
C
bacteriën en schimmels

Slide 15 - Quiz

Bij welke piramide is de volgende schakel altijd kleiner?
A
Piramide van aantallen
B
Piramide van biomassa

Slide 16 - Quiz


Op 1 roos leven wel 100 bladluizen, hier eten 10 lieveheersbeestjes van.
Hoe ziet de piramide van biomassa eruit?
A
B
C
D

Slide 17 - Quiz

In de afbeelding staat een voedselpiramide afgebeeld. Is dit een piramide van biomassa of een piramide van aantallen? En bij welke groep kan het organisme in de top van de piramide ingedeeld worden?
A
Het is een piramide van aantallen. Het organisme hoort bij de consumenten
B
Het is een piramide van aantallen. Het organisme hoort bij de producenten.
C
Het is een piramide van biomassa. Het organisme hoort bij de consumenten.
D
Het is een piramide van biomassa. Het organisme hoort bij de producenten.

Slide 18 - Quiz

De voedselpiramide in de afbeelding is een piramide van biomassa. De havik weegt 1 kilo, de koolmezen wegen bij elkaar 5 kilo en de rupsen wegen bij elkaar 10 kilo. De eik heft blaadjes die gezamenlijk 100 kilo wegen.
Welke bewering is dan juist?

A
Uit 1 kilo biomassa in koolmezen, wordt 1 kilo biomassa in de havik gevormd.
B
Uit 5 kilo biomassa in rupsen wordt 1 kilo biomassa in de havik gevormd.
C
Uit 10 kilo biomassa in rupsen wordt 5 kilo biomassa in koolmezen gevormd.
D
Uit 10 kilo biomassa in de eik wordt 5 kilo biomassa in de rupsen gevormd.

Slide 19 - Quiz

Aan het werk
Lees 6.4 door
Maak de opdrachten van bs 4
Voor 15b heb je je werkboek nodig. Maak een foto en lever dit via IL. Deadline: volgende les.

Slide 20 - Diapositive